Afscheid van ‘zijn’ De Fryske Marren

grootdefryskemarren
Afbeelding

Met een prachtig afscheidsfeest op De Hege Gerzen in Oudemirdum, hing Frans Veltman in juli na twaalf jaar zijn ambt als wethouder aan de wilgen. Samen met GrootdeFryskeMarren blikt hij terug op zijn loopbaan in de gemeente De Fryske Marren (DFM), die hij begon als raadslid. Een gesprek over waarheden, lastige dossiers, samenwerken en de toekomst. “Wat ik ga doen? Wat oars.”

Frans Veltman - getrouwd en drie dochters - is net terug van een paar dagen op het Wad. Even er tussenuit, na een drukke periode van afronden en afscheid nemen van zijn functie als wethouder in DFM. In de woonkeuken van zijn boerderij in Oudega haalt hij herinneringen op aan zijn tijd in de gemeente en vertelt hij hoe hij de politiek in raakte. “Ik ben geboren hier in Oudega, 1,5 kilometer voor onze huidige boerderij. Op mijn derde verhuisden we hier naartoe. Ik groeide op in een gezin met drie broers, mijn vader was zeer in politiek geïnteresseerd. Hij was eerst CDA-er, later werd hij lid van de VVD. Als boer was hij aangesloten bij de ABTB (Algemene Bond voor Land en Tuinbouw, red.), de latere LTO (Land- en Tuinbouw Organisatie, red.), en zat hij in diverse besturen, waaronder in die van het waterschap. Aan tafel werd daar veel over gepraat en gediscussieerd.”

Gestrikt voor gemeenteraad

Op zijn negentiende volgde Veltman een opleiding ‘Sportmanagement’ aan de ALO (Academie voor Lichamelijke Opvoeding, red.) Een baan vinden na zijn studietijd was echter lastig. Hij werkte een tijdje voor de PTT, en later nog een jaar op een internaat. Via via rolde hij de farmacie in. “Ik was artsenbezoeker”, legt hij uit. “Veertien jaar lang verkocht ik medicatie aan apothekers en artsen in de oncologie, bijvoorbeeld chemo- of immuuntherapie. In 2006 werd ik gestrikt voor de gemeenteraad, Marten Steegenga uit Balk vroeg of ik me verkiesbaar wilde stellen voor het CDA. Ik wilde wel op een verkiesbare plek staan, anders had het voor mij geen zin. Daarnaast had ik ook mijn baan, en was ik voorzitter van het dorpshuis en de gymnastiekvereniging.”

Emoties

Veltman werd gekozen als raadslid in de gemeente Gaasterlân-Sleat (GS) en keek eerst de kat uit de boom. “Ik snuffelde wat hier en daar, keek waar de touwtjes zaten en begon toen aan mijn eerste dossier: ‘Campus Wyldemerk’. Meteen een lastig dossier. Er was onder de bevolking veel weerstand tegen het plan om jongeren die buiten het reguliere onderwijs vallen – en vaak ook geen stabiele thuissituatie hebben - te huisvesten op de campus. Ik was er een groot voorstander van, wilde die kinderen een nieuwe toekomst hier geven. Er kwamen allerlei emoties los en ik vond dat de reële kijk uit het oog verloren werd. De gemeenteraad heeft unaniem ingestemd met het plan. Toen heb ik me weleens achter mijn oren gekrabd en gedacht: ‘Dit is best heftig.’ Ook de fusieplannen – gaat de gemeente GS op in DFM of in de grootste gemeente van Nederland: Súdwest-Fryslân (SWF)? – waren onderwerp van discussie. Binnen het CDA was er grote verdeeldheid. Uiteindelijk werd het DFM, wat mij betreft de mooiste gemeente van ons land. Wat de doorslag gaf: ‘Welk gevoel hebben we nog bij het gebied, als het groter en meer op afstand wordt? Trouwens, gemeente DFM is nu qua oppervlak ook de vijfde gemeente van ons land.”

Onzeker bestaan

Eind 2008 trad fractievoorzitter van het CDA, Johan Apperloo, terug en volgde Frans hem op. In 2010 werd hij wethouder. “Er was enige twijfel”, bekent hij, “Het is een onzeker bestaan en de functie was eerst voor drie jaar tot de fusie. Mijn baan in de farmacie gaf ik op en uiteindelijk bleef ik twaalf jaar aan als wethouder. Altijd beheerde ik de portefeuille ‘Economische Zaken’en lange tijd ‘Jeugd en Onderwijs. In mijn drie termijnen gebeurde er ontzettend veel. Mooie dossiers, bijvoorbeeld het behoud en de verhuizing van Sybrandy’s Vogelpark uit Rijs naar ‘De Hege Gerzen’. Dat was wat je noemt een heel tastbaar dossier. Het park heeft zoveel meerwaarde voor de omgeving en het hoort zó bij Gaasterland. Over dit onderwerp is ook stevig gediscussieerd. Maar kijk eens hoe het nu met het landschap matcht. Ik vind het geweldig om te zien dat de natuurorganisaties ook zo positief hierin staan. Er is vertrouwen tussen alle partijen en er wordt goed samengewerkt. Houd altijd oog voor elkaars belangen, die les heb ik - denk ik - geleerd in al die jaren.”

Beschikbaar zijn

Tachtig uur per week werken, avonden, weekenden. Voor Frans zit het erop. Hij heeft geen idee wat er volgt. Hij ziet wel, er komt vast en zeker iets op zijn pad. Eén ding wil hij graag nog kwijt. “Als wethouder draaide ik af en toe piketdiensten. Dan moest ik beschikbaar zijn op het gemeentehuis of in de gemeente. Ik herinner me twee ernstige ongelukken waarbij de hulpdiensten uit alle hoeken ingezet moesten worden. Bij terugkeer in de brandweerkazerne werd ik bijgepraat, luisterde ik naar de verhalen van de politie en de brandweerlieden. Ik ving ze op en sprak mijn respect uit. Alle dossiers ten spijt, maar deze gebeurtenissen maakten op mij de grootste indruk.”

Tekst: Amanda de Vries

Beeld: Douwe Bijlsma