De Boekanier vaart niet uit

Algemeen
Afbeelding

MAKKUM - Maandenlang ligt De Boekanier al aan de ketting in de haven van Makkum. Schipper Joop Bosshart zat knettervol voor dit seizoen. Meer dan dertig weken zou hij met blije zeilers uitvaren naar het Wad. 

Mevrouw Corona strooide echter zand in de machine. Werkelijk álle reserveringen werden afgezegd, inclusief het lucratieve extraatje dat Sail Amsterdam heet. De inkomstenteller bleef daardoor roestig op nul-komma-nul steken.

Hij heeft gelukkig voorlopig nog wel wat vet op de botten. ““Eten kan ik nog wel, maar er zijn zoveel vaste lasten dat dat binnenkort wel zal gaan knellen. Het enige geluk dat ik kan bedenken, is dat ik geen personeel in dienst heb. Maar het moet niet al te lang meer duren. Ik hoop dat er binnenkort wat duidelijkheid voor ons als bruine vloot komt. Nu weten we niet wat we wél en niét mogen.”

Joop doodt zijn tijd met het overleg met collega’s over de aanpak en het renoveren van het schip. ”De keuken heeft een facelift ondergaan, de kastjes staan er nu picobello bij en alle tuigage is nog eens extra onder handen genomen. Op zich is dat uitstekend, maar ik wil vooral varen.”

Het is niet alleen schade voor De Boekanier, het is een drama voor de hele chartervaart. In Makkum liggen acht andere vergelijkbare schepen aan de wal, allemaal met dezelfde problemen. Binnenkort gaan 300 schepen daarom een demonstratie houden om aandacht te vragen voor de situatie en te proberen in aanmerking te komen voor een steunfonds. Want niet alleen de schippers en eigenaren lijden er onder, ook het personeel, zeilmakers, leveranciers van nautische apparaten, olieboeren, touwhandelaren, verhuurbedrijven …. De lijst is lang.

Geen horizon

Is er dan nu geen licht aan het eind van de tunnel? Nauwelijks. “We mogen nu zes tot acht personen aan boord hebben en ik heb alles zó geregeld dat ik veertien mensen kan hebben door vierpersoonshutten om te bouwen. Maar er zijn zoveel protocollen en zoveel praktische bezwaren, dat het eigenlijk niet de moeite loont,” zegt Joop. Zijn voorbeeldenrelaas doet denken aan de keuken van een restaurant. Voor de ene instantie moet je een gladde vloer hebben en voor de andere mag dat absoluut niet om uitglijden te voorkomen.

“De lol is dat de deelnemers meehelpen, maar met weinig mensen krijgen we de zeilen niet omhoog. De eilanden zijn gesloten en als het al mogelijk is aan te meren moet je daar een speciale vergunning voor hebben. De schipper mag wél naar beneden gaan, maar de gasten mogen niet naar de schipper komen. De Duitse markt vormt ongeveer 80% van de omzet en daar mogen groepen van tien mensen zonder de restrictie van anderhalve meter. In Nederland niet. En als je maar één keer gaat varen, vervalt de stil-ligverzekering en krijg je die nooit meer terug.”

Intussen gaan de vaste lasten maar door. “De tweejaarlijkse CVO-keuring kost duizenden euro’s. In principe ben ik daar absoluut niet op tegen, want het is een garantie dat je veilig vaart. De keurmeester doet tot in detail onderzoek. Hij klimt in de mast om die op veiligheid te testen, controleert de hele tuigage en gaat met een apparaatje langs de wand om te kijken of die wel dik genoeg is. Je kunt echter niet een jaartje overslaan want als je geen CVO-verklaring hebt is de waarde van het schip puur de schrootprijs.”

Maakt dit alles hem niet chagrijnig? “In het begin wel, maar ik houd moed. Ik ben in principe een blijmoedig mens en chagrijn levert geen geld op. Gelukkig neemt een groot aantal kanten genoegen met een voucher voor 2021, maar er is ook een aantal dat het voorschot terugbetaald wil hebben. Dat geld moet linksom of rechtsom op tafel komen. Dat maakt dat ik voor eerst in mijn leven overweeg om een beroep te doen op de bijstand. Mijn hoop is dat er vóór het volgende seizoen een vaccin is, dan wordt de zaak een beetje genormaliseerd,” droomt Joop Bosshart.

Item met dank aan Frans van Egmond/Makkum Nieuws