“Elke dag als ik uit bed kom, heb ik zin om naar het werk te gaan”

Algemeen
Foto: Piebe Piebenga
Foto: Piebe Piebenga

BOLSWARD - Op de Snekerweg 26 in Bolsward is dagbesteding TLB gevestigd. TLB staat voor Talant Locatie Bolsward. 

Dagelijks werken hier zo’n veertien cliënten. Mensen met een verstandelijke beperking. Ook bij TLB gooide die rottige corona roet in het eten. Alles liep het afgelopen jaar anders. Maar gelukkig gaat het nu weer rap richting normaal. Wat voor werk hier gedaan wordt? En of het leuk is? We spreken met drie werknemers: Menno Posthuma (“Met de T van Theunis en de H van Hanny, de namen van mijn ouders”), Jeltje Hoekema en Ankje Hof en met hun begeleidster Fokelien Jonker. 

Menno is 51 jaar en heeft eerst in Sneek gewoond en gewerkt. Inmiddels woont hij al twaalf jaar in Bolsward in een huis van Philadelphia. Philadelphia is een landelijke zorginstelling die ondersteuning biedt aan mensen met een verstandelijke beperking. Op die manier kunnen ze zo zelfstandig mogelijk wonen en krijgen ze ondersteuning als dat nodig is. “Ik woon op locatie Looiersbuurt, dat huis ligt achter de kerk tegen het Bolwerk aan, vertelt Menno.

Zelfstandig wonen

Menno: “Ik zit in groep één. We wonen met vier vrouwen en drie mannen.  Ieder heeft een eigen appartement. Heel mooi, met een eigen badkamer en een eigen douche. En een heel mooi balkon. Met een mooi uitzicht over het water en de sportvelden. Een daalders plakje, zeker weten. Ik ben er in 2008 komen wonen. Ik woon er met heel veel plezier. En elke ochtend lekker op het fietsje naar het werk. Ik werk al dertig jaar bij Talant.”

Jeltje is 52 jaar en woont al tien jaar in Bolsward. Ze komt oorspronkelijk uit Koudum. Jeltje woont in een huis van Talant, schuin tegenover het huis van Philadelphia. Op de hoek van de Eekwerderlaan. Vroeger zaten er studenten van de Zuivelschool in. Eerst woonde ze in een huis van Talant in Koudum. Toen dat verbouwd werd, verhuisde ze tijdelijk naar Bolsward. Dat beviel haar zo goed dat ze eigenlijk niet meer terug wilde. Vandaar. Jeltje werkt al 25 jaar bij Talant.  Ankje is 31 en zij is geboren en getogen in Franeker. Ze woont in hetzelfde huis als Menno, en zit ook in groep één. Ook haar bevalt het heel goed daar. “We wonen zelfstandig en we koken zelf. We hebben drie groepen in ons huis en er is altijd, dag en nacht, begeleiding aanwezig voor als je hulp nodig hebt.” Ankje werkt al 12,5 jaar bij Talant.

Inpakwerk voor bouwmarkten

Bij TLB doen ze alle drie inpakwerk. Jeltje: “We werken van half negen tot half vier. Tussendoor drinken we koffie en hebben we pauze. We doen inpakwerk voor bouwmarkten. Voor Gamma, Karwei en ook voor de Makro.” Menno: “Achter het gebouw worden de spullen afgeleverd. We moeten spijkers en pluggen en dat soort dingen uittellen en in een doosje doen. Sommigen kunnen tot honderd tellen en anderen tot 25. Als een kuipje gevuld is, doen we er een sticker op. Er worden meerdere kuipjes verpakt in een doos. Ook worden er spijkerpluggen verpakt in zakjes, deze zakjes worden geseald.”

“Iedereen voelt zich verantwoordelijk voor zijn of haar werk en doet zijn best om de producten op orde te krijgen”, legt begeleidster Fokelien uit. “We krijgen nooit klachten van bedrijven.” Ankje: “Altijd positief nieuws.” Menno: “We nemen het werk heel serieus. Elke dag als ik uit mijn bed kom, heb ik zin om naar het werk te gaan.” Jeltje heeft dat ook. “Het werk hier in Bolsward was één van de redenen dat ik niet terug wilde naar Koudum. Het bevalt me hier heel goed.”

In quarantaine op je kamer

Net als vele anderen hebben ze bij TLB een vervelend jaar achter de rug. Zeker in het begin van de epidemie. Toen mocht niemand op het werk komen en moest iedereen thuisblijven. Veel tijd doorbrengen op hun eigen kamer. “Daar werd ik heel onrustig van”, bekent Aukje.

Ook Jeltje had last van de strenge quarantaine. “We moesten allemaal op onze kamer blijven. Er mocht nauwelijks bezoek langskomen of helemaal niet.’ Menno: “Het enige wat mocht was een wandeling of even fietsen maken. Dan mocht je even naar buiten, samen met een begeleider. En steeds maar weer je handen wassen.”

Beste beentje voorzetten

Na een paar maanden kwam er iets van een versoepeling en mocht je vrij bewegen binnen de groep waarin je woonde. Met dat groepje vormde je een bubbel. Als bubbel mocht je dan lopend naar het werk komen, maar met niemand verder contact hebben. Iedereen is er vooralsnog goed doorheen gekomen. Het waren geen leuke tijden, maar ze zijn allemaal gezond gebleven en iedereen heeft inmiddels twee prikken gehad.

Jeltje: “Het is niet anders. Het is zoals het is en daar moeten we ons bij neerleggen. We hebben nu ons eigen bubbeltje met een groepje van twaalf.” Menno: “Er zijn zoveel regels. Maar regels zijn regels en daar stap ik niet vanaf. Ik ben heel lang niet naar een winkel geweest. We moeten ons beste beentje voorzetten.”

Lekker gewerkt

Op dit moment loopt het nog steeds niet helemaal zoals vroeger. De groepen zijn een beetje kleiner. Nog niet iedereen van de groep is terug. Maar gelukkig gaat het de goede kant op.

Vorig jaar lag alles een paar maanden stil, maar nu wordt er weer elke dag gewerkt. Fokelien: “Er wordt niet alleen gewerkt. We doen naast ons werk zo nu en dan ook andere activiteiten. Er wordt getekend, geknutseld en geplakt. Ankje heeft een prachtig kunstwerk gemaakt.” Menno: “Soms ben ik aan het eind van de dag moe, maar dan heb ik wel lekker gewerkt.” Als het rustig is wordt er op vrijdagmiddag een balletje getrapt, een filmpje gekeken of een boekje gelezen of gewoon lekker buiten gezeten.

Het werk is erg geliefd hier aan Snekerstraat. Sommigen die hier normaal niet werken, maar met de coronabubbel waarin ze leefden hier terechtkwamen, willen nu eigenlijk liever hier blijven in plaats van terug naar hun oude werkplek. Op de Snekerstraat werken drie begeleiders. Fokelien en haar collega’s werken hier sinds 2004. Begeleiders en werknemers kennen elkaar door en door. Ankje: “Ik heb veel plezier in het werk. Ik wil niet anders. Lekker muziekje aan. Ik blijf hier.” Menno: “Ik blijf hier tot mijn pensioen.” Fokelien: “We worden hier met elkaar oud. En als wij straks achter de rollator lopen, mag Ankje ons verzorgen.” Iedereen giert het uit van de lach.

 Door: Piebe Piebenga

 

Foto: Piebe Piebenga
Foto: Piebe Piebenga