Welmoed Deinum: biologisch? De consument heeft de keus…

Algemeen

SONDEL - Haar wekker gaat om acht minuten over half vijf. Elke ochtend. En elke dag springt Welmoed Deinum van de Graasboerij uit Sondel vrolijk uit haar bed. “Ik mag weer aan de slag, fijn! Zo voel ik dat. Ik sta op, doe mijn ding en zorg ervoor dat ik om vijf uur in mijn overall achter de stal ben. Daar tref ik mijn vader.”

Met zoveel plezier aan je werkdag beginnen. Het is de wens van veel mensen. Welmoed Deinum heeft het voor elkaar. Samen met haar ouders runt ze de biologisch dynamische grasgevoerde melkveehouderij genaamd ‘De Graasboerderij’ in Sondel. Zittend aan de grote tafel met een prachtig uitzicht richting de dijk van het IJsselmeer begint Welmoed haar verhaal. “Ik heb even in Groningen gewoond, maar hier kan toch niets tegenop? Ik woon hier nu samen met mijn vriend. Mijn ouders wonen in het dorp.”

Australië
Toen Welmoed Deinum achttien jaar werd en de havo in Sneek had afgerond, besloot ze voor een periode naar Australië te gaan. “Mijn ouders steunden mijn plan en gaven mij de zekerheid dat ik altijd weer thuis kon komen. Voor mijn vertrek werkte ik nog bij Paviljoen Badmeester Keimpe in Balk en McDonald’s in Lemmer. Op 3 februari werd ik achttien, op 7 februari haalde ik mijn rijbewijs en op 15 februari zat ik in het vliegtuig naar Australië. Op dat moment kwam het besef dat ik mijzelf nu echt alleen moest redden.”
 
“Ik wil boer worden”
In Australië kwam Welmoed via de organisatie WWOOF (Willing Workers On Organic Farms) aan een boek met adressen van bedrijven waar ze zou kunnen werken. “Als een bedrijf mij aansprak dan belde ik met de vraag of ik daar kon komen. Zo heb ik een aantal maanden rondgereisd. Daar heb ik zoveel van geleerd. Ik leerde het land kennen maar bovenal ook mijzelf, want ik stond er alleen voor.

Tijdens het uitvoeren van werkzaamheden bij een biologisch bedrijf viel het kwartje. Ik voelde zo’n sterke connectie met dat werk. Toen wist ik het. Dit is mijn droom. Ik wil boer worden. Ik heb meteen een e-mail naar mijn ouders gestuurd met de mededeling dat ik bij hen in de maatschap wilde komen en dat ik de biologische landbouw wilde promoten.”

Weer thuis
Na een half jaar was Welmoed terug in Sondel. Haar moeder was op de hoogte van haar terugkeer, maar voor haar vader was dit een grote verrassing. “Hij was zo verbaasd dat ik de keuken binnenstapte en zo blij”, weet Welmoed nog goed. “Van mijn ouders kreeg ik veel ruimte om de juiste beslissing te kunnen maken. Ze hebben mij altijd gesteund en vonden het prima dat ik naar Australië ging. Ik ben de jongste van ons gezin. Ik heb twee zussen en een broer die het bedrijf niet overnamen. Maar er was geen enkele druk van hun kant richting mij. Ook toen ik terug was, gaven ze mij vijf jaar de tijd om te doen wat ik wilde.”

Opleiding
‘Ik ging naar Warmonderhof, de biologisch-dynamische landbouwschool in Dronten. Maar daar miste ik uitdaging en verantwoordelijkheid. Ik wist en kon al zoveel op dat gebied. Ik besloot voedingsmiddelentechnologie in Leeuwarden te studeren, al wist ik natuurlijk al precies wat ik wilde en had ik een ander einddoel dan mijn medestudenten. Ik richtte me daar voornamelijk op de boer- en landbouwvakken. Ik heb de opleiding gehaald, al deed ik er wat langer over. Mijn vader kreeg last van zijn rug, dus ik was thuis hard nodig. Het was geen leuke periode voor hem, maar ik merkte dat ik zelfs van oktober tot maart het werk op de boerderij met veel plezier deed en ontdekte zo dat ik het altijd leuk zou blijven vinden.”

Keuze voor biologisch
Haar ouders maakten in de tijd dat schaalvergroting belangrijk was voor boerenbedrijven een andere keuze. “Ik besef steeds meer hoe knap en moedig dat van hen was”, vindt Welmoed. “Toen ze kinderen kregen, keken ze steeds kritischer naar hun manier van boeren. Past dit wel bij ons? Klopt het wat we doen? Is dit wel toekomstbestendig? Dat waren vragen waar ze toen mee worstelden. Ons gezin at altijd al biologisch en het was omstreeks het jaar 1995, dat mijn ouders andere keuzes gingen maken, zoals minder kunstmest en minder krachtvoer. In 2008 werd ons bedrijf officieel biologisch.”

Stripgrazen
Langzaam werd de verandering ingezet. “Er moest natuurlijk wel markt zijn voor onze producten”, vervolgt Welmoed. “Geen kunstmest, geen mais, geen krachtvoer en geen antibiotica voor onze koeien. Alles draait bij ons om het welzijn van mens en dier en de vruchtbaarheid van de bodem. Stekels en andere planten die we niet in de wei willen, verwijderen we met de hand. We houden het goed bij en gaan met de schep het land in. Op de fiets gaan we naar de koeien. We laten ze stripgrazen. Dat wil zeggen dat we vier keer per dag een vers stuk gras erbij doen door de draad te verzetten.

Onze tachtig dames hebben dat precies in de gaten en weten: hier is nieuw gras, hier moeten we bij zijn. Ze eten vervolgens alle grassen van dat verse deel. En dat is precies de bedoeling. Bovendien grazen ze zo het hele weiland kort af. Omdat we geen krachtvoer inkopen, heeft onze melk een scherpe kostprijs. Daarbij is het ook goed om te weten dat de kalfjes hier geboren worden vanaf half februari tot en met 1 mei. Dat doen we bewust. Nadat ze een kalfje hebben gekregen, hebben koeien behoefte aan goed gras en dat lukt het best in deze periode.”

De Grondrede
Inmiddels is Welmoed 26 jaar. ”Nu mijn ouders nog in het bedrijf zijn, heb ik de ruimte voor nevenfuncties. Ik word wel gevraagd als spreker, zit in de ledenraad van de Rabobank en laatst zat ik nog met Carola Schouten aan tafel. Op Prinsjesdag heb ik samen met Peter Oosterhof ‘de Grondrede’ uitgesproken, een pleidooi voor een gezonde bodem. Dit is een initiatief van Kening, een organisatie die werkt aan het versterken van de biodiversiteit in ons cultuurlandschap. Ik werd hiervoor gevraagd omdat ik al jaren een boer ben met aandacht voor een gezonde bodem. We merken dat het klimaat verandert. Deze zomer was de grond opnieuw extreem droog. We hopen met de Grondrede andere boeren te inspireren tot het maken van keuzes die goed zijn voor onze grond op de lange termijn.”

De consument bepaalt
Welmoed en haar ouders zien het als een uitdaging om een gezonde bodem en gezonde producten te creëren. Ze hebben daarbij alles in eigen hand, waardoor ze garant staan voor 100% verantwoorde en smaakvolle biologisch-dynamische producten. “En dan is het aan de consument. Dat wil ik graag benadrukken”, zegt Welmoed tot slot.

“In onze boerderijwinkel verkopen wij naast biologisch vlees, eieren, groente, brood en droogwaren, biologische zuivel van eigen productie, zoals yoghurt en kefir. De zuiveldrank kefir is een probiotica, goed voor de spijsvertering en de weerstand met hoge aantallen aminozuren en vitamine B1 en B12. De omega 3- en omega 6-verhouding in onze melk is aangetoond gunstiger dan in gangbare melk. Deze goede verhouding (1:1) zorgt voor een betere vertering van de melk en geeft veel gezondheidsvoordelen.

Social media gebruik ik om over onze producten te vertellen en om te laten zien wat biologisch boeren is. Mensen kunnen het goedkope pak zuivel kopen of bewust kiezen voor het duurdere biologische product. Doen ze het laatste dan laten ze zien dat ook zij het belangrijk vinden dat gezonde producten op een natuurlijke wijze worden geproduceerd. Dat wil ik graag onder de aandacht brengen. De consument bepaalt op wat voor wijze er geboerd wordt. De consument heeft de keus...”

Tekst: Gea de Jong-Oud