Column- Corine van de Linde De Havenmeesteres
Urk
Op een ochtend stop ik bij een klein kajuitbootje dat aan de Eewal ligt. Ik klop op het raam maar ik hoor niks. Uiteindelijk hoor ik gestommel, de kajuitdeur gaat open en ik zie een man, poedelnaakt!
Hij zegt: ‘Ik kom net onder de douche vandaan’ Waarop ik zeg,weer zonder koffie gehad te hebben, ‘man, trek eerst wat aan! Ik kom zo wel terug.’
Ik vervolg mijn ronde, een en ander duurt lang, daarna fiets ik terug naar het Urker bootje. Het hele gezin, ouders met twee kleine kindertjes wachten me op, keurig in de kleren, de motor snort en ronkt al ongeduldig. Het is al na negenen inmiddels, ze hadden er vandoor kunnen gaan maar het is een voorbeeldig gezinnetje, ze betalen me en we wensen elkaar een fijne dag.
Later in de week op een vrijdagmiddag om 17.00 uur op de Eewal. Ik zie een kruisertje met een breiende vrouw aan boord. Ze doet net of ze me niet ziet. Ik blijf haar aandacht trekken en na een paar minuten legt ze haar breiwerkje neer. Ze komt naar me toe en zegt; ‘ik wil geen steek laten vallen he?’ Het havengeld bedraagt 13,75 euro maar haar man heeft de portemonnee mee en is er niet nu.
De volgende ochtend is haar eega er wel, hij betaalt me. Mevrouw zit al rokend stoïcijns voor zich uit te kijken. Ze zegt niks.
Opgelucht
Vroeg in de ochtend ergens in juli nader ik een schattig klein bootje. Ik zie een yoga-ende vrouw ondersteboven in de kuip liggen met fietsende benen. Ik begroet haar zachtjes. ‘Oh, ik dacht dat niemand me zou zien’ Ze fatsoeneert het haar en ook haar man voegt zich naast haar. Hij kan het pasje niet vinden, de rits wil niet open, de man kijkt echt benauwd. Ik stel het paar gerust en zeg dat ze rustig aan kunnen doen. Dan blijkt de motor ook nog kuren te hebben.
Ik denk met ze mee. De monteur die ze gebeld hebben heeft pas over weken tijd, zo lang moeten ze ergens een plek voor hun vaartuig zien te vinden. Ik beloof voor ze aan het zoeken te slaan en er gloort weer hoop in de man zijn ogen. Ze zijn klaarblijkelijk opgelucht. Ik ga na mijn ronde naar huis en bel wat rond, in de middag kom ik bij ze terug en hebben ze zelf een plek gevonden. Het begon sip en benauwd voor het stel maar ze zijn nu geholpen en content, mooi zo!