Column Eelke Lok: Maartse sneeuw

Nou hebben we al een paar jaar geen vlok sneeuw gezien, dus je zou zeggen dat het geen daverende haast hoeft te hebben. De gemeente Heerenveen had wel haast. Maart, want dan is er weinig kans dat het rapport onder een bult sneeuw zal worden begraven. Als er in maart een sneeuwbuitje valt wordt dat gelijk door de kieviten ontdooid.

Het is altijd goed als gemeente een keer te kijken naar het sneeuwruimen. Mooi onderwerpje voor september, als de corona weg is en het bijna wintertijd is.

Dus niet zeuren: zeer tijdig heeft de gemeente zich verdiept in echte sneeuw. Die neerdwarrelt in deze dan wonderschone gemeente. Sterker, die ziet er plots wel twee keer zo mooi uit als anders. Alle onrechtmatigheden liggen immers onder de sneeuwlaag. Het rapport van de gemeente zegt evenwel dat we die rotzooi wel weer snel moeten kunnen zien: opruimen, die sneeuwzooi. Het wordt te glad.

Dat was de conclusie van het rapport. En te hinderlijk. Vooral in het centrum van Heerenveen. De winkeliers moeten hun klanten toch kunnen ontvangen. Nou, die komen echt niet als er een dikke laag sneeuw ligt. Dat was voor het laatst in 1979, maar dat doet er nu even niet toe. De conclusie van de conclusie in het rapport is dus dat er veel meer geld moet komen op het moment dat de sneeuw begint te vallen. Je kunt nu alle sneeuwruimmaterialen wel inslaan voor inkoopsprijs, maar er moeten ook opruimers zijn. Die kosten een vermogen.

Dus dat sneeuwscheppen moet elders goedkoper gebeuren. Of niet. Volgens het rapport moet straks aan de inwoners (lief) worden  gevraagd: ‘Jullie mogen altijd zo mooi met ons meepraten over het  beleid, dan mag je nu ook mee-schuiven. We staan altijd dicht bij jullie. Willen jullie als er ooit weer sneeuw valt ook even dicht bij óns staan?’

Oftewel: veeg je straatje schoon. En het fietspad ook even. En eventueel buurman zijn pad ook eventjes. Want anders komt buurman de deur niet uit. En dat moet wel, want buurman moet ook even naar ons, met zo veel geld, zo mooi schoongemaakt (winkel)centrum.

Eelke Lok