“We kochten een camper en sindsdien is het feest”
Connie Harkema is ‘slow’ kunstenaar op wielen
Connie Harkema verruilde drie jaar geleden haar galerie in Koudum voor een reizend bestaan, samen met haar man Rienk. Ze ontdekten namelijk ‘slow living’, vanuit hun camper. De rollende viervoeter bracht het stel al naar veel mooie Europese plekjes. Ook kwam Connie erachter dat ze onderweg prima haar schilderijen kon blijven maken, zij het wel in verkleinde uitgaven. Als kers op de taart schreef de beeldend woordkunstenaar twee boeken over de kleine en grote belevenissen onderweg.
Een vrolijke en kleurrijke vrouw, zo kun je Connie Harkema het beste omschrijven. Ze vertelt honderduit, lacht graag en veel en op haar kleding prijken diverse schilderingen van eigen hand. Ze heeft ons uitgenodigd in haar twee ateliers: in haar huisje in Molkwerum en in haar camper, die even verderop staat.
Cursus journalistiek
Connie: “Hier in ons huisje zijn we zo’n vier maanden per jaar. De overige acht maanden is ons huis op wielen ons thuis. Eigenlijk hebben we dit huisje om mijn atelier heen gebouwd: geen bed en bank maar slaapbank, daar komen we al een heel eind mee.” In het knusse atelier kijken we onze ogen uit; Connie haar kunstwerken zijn niet in een paar woorden te omschrijven. Ze schildert onder andere op doek, op lampenkappen, op beelden en op glas. Maar daarover later meer, eerst willen we weten waar Connie opgroeide en hoe ze haar creatieve talenten ontdekte.
Connie: “Ik ben geboren in Schiedam, maar tot mijn zesde opgegroeid in Maassluis en daarna in Hekendorp bij Gouda, als enig kind. Mijn vader was verkoopleider in de elektronica, mijn moeder was huisvrouw. Als kind tekende ik al, daar had ik veel plezier in. Ik wilde óf Nederlands studeren, óf naar de School voor Journalistiek, maar voor beide studies werd ik helaas uitgeloot. Dus ben ik via de LOI een schriftelijke cursus journalistiek gaan doen.”
Op haar achttiende ontmoette ze Rienk Harkema. “Op dansles, heel romantisch”, zegt ze lachend. Rienk kwam uit Balk en was op z’n elfde naar Gouda verhuisd. “We hadden veel lol samen en trouwden jong, ik was nog maar 20 jaar; Rienk was 23. We betrokken eerst een flatje in Reeuwijk-Brug, later kochten we een vrijstaand huisje in het buurtschap Tempel, waar onze kinderen werden geboren.”
Druk bestaan
“In die tijd begon ik met de journalistiek. Ik versloeg raadsvergaderingen en schreef allerhande artikelen voor het plaatselijke krantje en nam de kinderen vaak gewoon mee. Ze vonden het prachtig! Ook toen we naar Stolwijk verhuisden. Later schreef ik meer ‘business to business’ en voor het onderwijs, in diverse vaktijdschriften plus cultuurmaatschappelijke artikelen.
De journalistiek bracht me overal en mijn werk was hierdoor zeer divers. Op een boekenbeurs kwam ik in contact met uitgeverij ‘Ellessy’, daar heb ik ook superfijn voor gewerkt. Ik redigeerde daar voor vaste schrijvers zoals Gerard Nanne, met wie ik later het boek ‘Buitenspel’ schreef. Tussendoor maakte ik ook boekjes voor ‘Biblion’. Hierin beschreef ik verschillende thema’s voor kinderen in het basisonderwijs en de brugklas van het voortgezet onderwijs, zoals ‘De spijkerbroek’, ‘Tatoeages’ en Piercings’. Diverse columns van mijn hand gaf ik uit in het boekje ‘Harkefietjes’, waar mijn zoontje de tekeningen bij maakte. Ook schreef ik ‘Boerenbedrog’, mijn eerste echte boek, een thriller gebaseerd op ‘Boer zoekt vrouw’. Dat boek liet nogal lang op zich wachten, want ik had een druk bestaan: de kinderen naar school, ballet-, zwem-, gym- en paardrijlessen, mijn werk en het huishouden.”
Een eigen galerie
Inmiddels woonde het gezin in Gouda en in 2007 zochten Connie en Rienk meer rust. Ze kochten een tweede huis, in Warns, Friesland. Warns werd in 2010 hun eerste huis, ze vertrokken definitief uit Zuid-Holland. Of nog niet helemaal definitief. “In 2012 stierf mijn moeder en een jaar later vertrok mijn vader naar een verzorgingstehuis,” vertelt Connie, “en woonden we ook een tijdje ‘half en half’ in hun huis in Hekendorp. Maar dat was het ook niet echt.
In 2017 kwam het gebouw van de Friesland Bank in Koudum te koop, een buitenkans voor ons. Een eigen galerie, dat was mijn droom! Rond 2016 was ik namelijk begonnen met het schrijven te combineren met tekenen en schilderen en fotografie, want mijn journalistieke werk werd minder. We wilden ook in de voormalige bank gaan wonen, dus verkochten we het huis in Warns, dat nog steeds in ons bezit was. In de galerie gaf ik onder andere schrijfcursussen in groepsverband. Het was een hele creatieve tijd, maar ook een heel drukke tijd. Werken en wonen in hetzelfde pand zorgden ervoor dat ik maar doorging. Er werd altijd maar een beroep op mij gedaan en Rienk en ik zagen elkaar heel weinig. De coronapandemie betekende het einde van de galerie, waarmee ik twee goede en heel leuke jaren had gedraaid. We voelden allebei dat het roer om moest. Maar hoe en wat?”
Eigen douche en toilet
De voormalige bank werd weer te koop gezet en Connie en Rienk woonden kortstondig achtereenvolgens in Weidum en Sint Annaparochie. “En toen stuitten we op het huisje hier in Molkwerum”, zegt Connie. “We kochten een camper en sindsdien is het feest.” Dat kunnen we met eigen ogen aanschouwen, want Connie neemt ons mee naar de camper, waar we via allerlei schattige dorpsstraatjes terechtkomen. Trots showt ze het huis op wielen, dat naast de kunststof plantjes en -bloemetjes niet alleen gezellig, maar ook vernuftig is. “Een eigen gescheiden douche en toilet,” somt Connie op, ‘’een grote koelkast, een tv en een heerlijk ruim bed. Verkenden we tijdens de coronapandemie eerst nog allerlei Nederlandse plekken, inmiddels rijden we ook naar Zuid-Europa om daar de nodige tijd door te brengen.”
Meer dan alleen vormgeving
“Het reizen is in mijn kunstuitingen terug te zien”, gaat Connie verder. “Ik houd ervan markante gebouwen in de context van hun omgeving te plaatsen en die in mijn eigen stijl vorm te geven. De nadruk ligt op stilering, vormaspecten en de decoratieve kant. Door kleuren, vormen en golvende lijnen volgens een bepaalde ordening aan te brengen, wordt de aandacht naar het oppervlak getrokken. Maar mijn werk laat meer zien dan alleen vormgeving. Het is een bron van informatie die mogelijkheden schept om anders naar dingen als gebouwen en steden te kijken. Een aantal elementen gaat een andere interactie aan en vertelt een verhaal. Het resultaat is een bewegelijk totaalbeeld. Dit beeld complementeert, voegt iets toe en brengt mensen op een idee. Ik noem dit ‘Kunst in Beweging’. Dit komt bijvoorbeeld samen in het boekje met ‘Stadssonnetten’. Hierin heb ik bij mijn schilderingen gedichten gemaakt. Woorden zijn nog altijd de basis voor mijn beeldend werk. Daarom noem ik mijzelf het liefst ‘beeldend woordkunstenaar’. De grotere werken zagen jullie zonet in mijn atelier hangen, de kleinere lijstjes stel ik onderweg tentoon, hier in de camper.”
Allerlei weersomstandigheden
Het leven in de camper is avontuurlijk, maar ook rustig. Connie schreef er twee boeken over: ‘Slow living, van huis naar camper’ en ‘Slow living, het behouden huis’. “We doen het echt kalm aan, rijden hooguit honderd kilometer per dag”, licht Connie toe. “We selecteren op camperplaatsen, waar we onder andere ons gebruikte water weg kunnen laten lopen. Allerlei weersomstandigheden hebben we inmiddels meegemaakt. Van kou naar mist en van hitte naar hevige stormen. We fietsen en wandelen en staan soms op een camping, maar meestal vrij. Maar Rienk en ik zijn niet altijd even actief, we zijn ook echte ‘nerds’ die veel achter de computer zitten. We vinden het heel leuk om andere ‘camperaars’ te ontmoeten, maar ook om in een dorpje tegenover een school of zo te gaan staan. Zo zijn we in Spanje en Portugal geweest en dat beviel ronduit geweldig! In principe staan we nooit onder de hittegrens, we bespreken niets vooraf en zitten nergens aan vast. Dat is dus ‘slow living’ ten top.”
Iedere dag een ander uitzicht
In haar reisboeken bundelt Connie Harkema korte, losse verhalen die gekoppeld zijn aan digitale fotoboeken. Verder wil ze Rienk achterna die altijd al filmde. “Daar ben ik nu ook mee aan het oefenen. Een beetje documentaire-achtige filmpjes maken, waarbij ik de achtergronden van de diverse plaatsjes die we aandoen naar voren laat komen. Zo fijn om daar allebei mee bezig te zijn. Het reizen met de camper is mede hierdoor nog leuker dan we gedacht hadden. We hebben iedere dag een ander uitzicht en kunnen elk moment verder rijden.
Het vervelendste is dat je soms ver van je familie zit. Soms komt onze dochter weleens over. En een camper rijdt minder snel dan een auto, maar dat nemen we maar voor lief. Of we ooit nog weer eens gaan settelen? Af en toe kriebelt het wel, we sluiten het niet uit. Maar voorlopig vinden we onszelf hiervoor nog te jong; het leven in de camper is té leuk om te settelen.”
Tekst: Amanda de Vries / Fotografie: Jelly Mellema