Face to Face: Rixt van der Bles

grootbolsward-ijsselmeerkust
Afbeelding

Breed lachend staat ze ons op te wachten voor de melkveehouderij van de familie Oosterhaven, net buiten Makkum, waarin zij samen met haar lief, Jan-Meile Oosterhaven, een riante boerderij bewoont. Rixt van der Bles, 23 lentes jong, slank, donkerblond, prachtige bruine ogen en een lach die niet van haar gezicht verdwijnt, gaat ons voor naar de woonkamer. In de gang hangt onmiskenbaar de lucht van koeien, maar eenmaal in de kamer is daar niets meer van te merken. “Dat was een voorwaarde van mij,” lacht ze, “ik wil niet de hele dag door die lucht heen ‘waden’. Dan heb ik het idee dat ik uiteindelijk zelf naar een koe ruik.”

Op de vraag: ‘Wie is Rixt van der Bles?’, brandt Rixt in de hoogste versnelling los. “Rixt van der Bles is 23 jaar oud, dochter van René en Ineke van der Bles, die samen de directie voeren van Taxicentrale Van der Bles in Makkum. Mijn ‘pake en oma’ zijn ruim veertig jaar geleden begonnen met het bedrijf. Mijn vader heeft het bedrijf later overgenomen en het samen met mijn moeder verder uitgebouwd. Ik heb vier jaar geleden mijn taxipas gehaald en rij ook voor de taxicentrale in de vakanties.”

Altijd reuring

“Ik heb nog een vier jaar jonger broertje en heb een heerlijke jeugd gehad. We woonden in een groot huis, hartje Makkum, aan het water, zodat er altijd reuring was van ‘bootjesmensen’ van of naar het IJsselmeer of de Friese meren.”

Het 3600 inwoners tellende dorp Makkum is met zijn strand en boulevard, gezellige binnen- en gemeentehaven, zijn monumentale binnenstad en de vele horeca-etablissementen een geliefde bestemming voor watersporters en dagjesmensen. 

“Mijn ouders waren 24/7 druk met het bedrijf. Mijn moeder werkte daar aanvankelijk niet, maar toen de groei erin kwam ging ze de administratie doen en werd ze de spil van het bedrijf. Mijn vader vindt het heerlijk om af en toe, naast het kantoorwerk, wat lokale en bijzondere ritten te doen en de contacten met relaties te onderhouden, hij valt in de categorie ‘vrije vogels’ zeg maar.”

Ik word ‘Juf’

“Ik hoefde nooit na te denken over mijn toekomst, want ik wist al van jongs af aan dat ik later ‘juf’ wilde worden, zodat mijn jongere broertje niet zelden het lijdend voorwerp was. Hij is heel rustig en ik ben op zijn zachtst gezegd nogal aanwezig, zodat hij er met de regelmaat van de klok van langs kreeg van zijn goedgebekte zus, ‘de juf’. En dat ben ik uiteindelijk ook geworden. Sinds twee jaar werk ik als ‘juf’ aan de christelijke basisschool De Vuurvlinder in Sneek.

Ik heb zelf in Makkum de basisschool gedaan, de Sint Martinusschool, een kleine maar heel gezellige school. Daar ontstond een grote en hechte vriendengroep. Die werd nog groter doordat ik vanaf groep zeven tot vorig jaar heb gevoetbald in een meisjes/dames team. Ik had in die periode één hartsvriendin. Als je haar zag, zag je mij en andersom. Zij had vijf broertjes en zusjes, dus het was daar altijd gezellig druk. Kortom, we deden alles samen: klarinet spelen op straat om geld te verdienen; we hadden een winkeltje in tweedehands kleding; en hebben zelfs in steeds hetzelfde hokje op het terrein van de taxicentrale een echt Fries Museum gehad. Toen zij voor haar studie naar Utrecht verhuisde groeiden we wat uit elkaar. Maar ik had en heb nog steeds een uitgebreide groep vriendinnen in Makkum.”

In ‘mijn’ klas gaat mijn hart open

“Na het vmbo heb ik nog twee jaar havo gevolgd, voordat ik naar de pedagogische academie voor het basisonderwijs bij NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden kon. Daar voelde ik mij als een vis in het water. Mijn droom ging in vervulling. Vooral de stages bij de basisscholen vond ik prachtig om te doen. Mijn enthousiasme viel blijkbaar op, want na de pabo werd ik aangenomen bij Palludara, de overkoepelende stichting voor christelijk primair onderwijs in de gemeente Súdwest-Fryslân. Dat was twee jaar geleden. Het eerste jaar was daar ik een soort ‘vliegende kiep’ en viel ik in voor collega’s die ziek waren of met zwangerschapsverlof; een paar weken in Scharnegoutum, een paar maanden in Sijbrandaburen, in de groepen drie, vier en vijf. Maar vorig jaar kreeg ik mijn eigen klas, de groepen een en twee, de kleuters dus, en dat vind ik genieten. Kinderen zijn op die leeftijd heerlijk onbevangen, nog niet door het keurslijf van ‘de maatschappij’ gevormd, maar zeggen wat er in ze opkomt en willen af en toe een knuffel. Elke dag weer genieten.”