Face to Face: Taxichauffeur Peter van Liere: “Taxi rijden is zó verslavend”

grootbolsward-ijsselmeerkust
Afbeelding

“Tijdens mijn taxiritten ben ik soms psychiater, socioloog en maatschappelijk werker”, zegt Peter van Liere. Peter rijdt sinds drie jaar op de taxi. Hij geniet enorm van zijn werk dat iedere keer weer anders is door de verschillende soorten klanten. Hij observeert, luistert en geeft soms vaderlijk advies of een standje aan dwarse scholieren. De verhalen van de vele senioren die Peter vervoert zijn indrukwekkend en soms ontroerend. “Ieder jaar rond mei komen weer de verhalen over de Tweede Wereldoorlog.”

Peter van Liere (58) woont samen met zijn vrouw Maria (55) in Makkum. Peter is een man met een groot hart, merken we vrijwel meteen als we bij hem aan de lange keukentafel zitten en hij alvast een tipje van de sluier oplicht over zijn werk als taxichauffeur. “Ik hou ervan om onder de mensen te zijn. Als ik iemand naar het ziekenhuis moet rijden voor een medische behandeling, dan verdiep ik mij in zo’n behandeling. Ik pas me makkelijk aan.”

Een pak rammel in Zuid-Afrika

Dat makkelijk aanpassen is waarschijnlijk goed te verklaren. De bij Hellevoetsluis geboren Peter van Liere verhuisde naar Beverwijk en vertrok op zijn achtste met zijn ouders en jonger zusje naar Zuid-Afrika. “Mijn vader deed de salarisadministratie voor een baggerbedrijf”, legt hij uit. “Hij begon bij het Haringvliet, maar daarna vertrokken we dus vanuit Beverwijk naar Zuid-Afrika, Richardsbaai om precies te zijn. Daar kwamen we terecht in een Nederlandse enclave. Op school moesten we verplicht een uniform dragen en hielden ze ons met lijfstraffen in het gareel, als we bijvoorbeeld niet netjes in de rij stonden. Dan kregen we een pak rammel met een rietje.

Ik had allemaal vriendjes op school en in de enclave, maar toen ik twaalf jaar was raakte ik ze allemaal weer kwijt. We verhuisden terug naar Nederland, naar Castricum in Noord-Holland en daarna naar Oosterhout bij Breda. Of dat moeilijk voor me was? Ach, ik was gewend aan het ergens iets opbouwen en het daarna ook weer achter moeten laten.”

Het mooie Friese landschap

Via de meao bestuurlijke richting belandde Peter bij het GAK in Rotterdam, waar hij uitvoerende was voor de Ziektewetuitkeringen. In Oosterhout ontmoette hij Maria, die later zijn vrouw werd. Het stel ging in Breda wonen, waar Peter opnieuw een baan bij het GAK kreeg. “Na verloop van tijd kon Maria een mooie baan in Heerenveen krijgen, en ikzelf ging daar bij het GUO werken”, vertelt Peter. “Zo zijn we in Friesland gekomen’; eerst woonden we een aantal jaren in Lippenhuizen, maar we konden hier in Makkum een mooi stuk grond kopen. Nu wonen we hier alweer twintig jaar en het is hier magnifiek! We rijden allebei motor en genieten van het mooie Friese landschap; die vrijheid is ongekend.”

Russisch jongetje

“Mijn vrouw en ik hebben samen geen kinderen, maar doordat we ons al jaren inzetten voor Stichting Europa Kinderhulp hebben we hier ’s zomers altijd kinderen over de vloer. Meestal zijn dat kinderen uit Frankrijk of Duitsland, maar komende zomer krijgen we Nederlandse kinderen te logeren. Het zijn allemaal kinderen uit kansarme gezinnen. Wij bieden ze hier drie weken vakantie en dat is iedere keer weer prachtig om te doen. We hebben hier alles; ze kunnen heerlijk buiten spelen of we gaan met ze naar het strand. Ik neem ze ook weleens even mee naar de taxicentrale. Je bouwt echt een band op met de kinderen, want soms komen ze jaar na jaar weer. We hebben zelfs een keer een Russisch jongetje gehad. Hij was heel stil en het praten ging met handen en voeten. Maar uiteindelijk begrijp je elkaar altijd.”

Enorm afwisselend

Na de verhuizing naar Friesland kreeg Peter, zoals eerder genoemd, een baan bij het GUO in Heerenveen. Het GUO ging later op in het huidige UWV in Leeuwarden, Peter beoordeelde en betaalde er WW-uitkeringen uit. Maar het werk paste steeds minder bij hem en hij besloot dat het tijd was voor wat anders. “Ik wilde de zorg in en volgde de opleiding leerling individuele gezondheidszorg”, verklaart hij nader. “Dan volg je scholing en tegelijkertijd werk je in de praktijk. Helaas stopte dit na één jaar. Ik haalde mijn taxipas en ging uiteindelijk vier dagen per week voor Taxicentrale Van der Bles in Makkum rijden. Ik ben hier helemaal op mijn plek. Ik zeg altijd: ‘Het werk betaalt twee keer minder, maar het is drie keer zo leuk.’ Ik weet niet met wie of wanneer ik precies ga rijden, het werk is daardoor geen dag hetzelfde. Het is enorm afwisselend.”

Mooi gebaar

“Ik rijd vaak mensen naar de dialyse of naar het RIF (Radiotherapeutisch Instituut Friesland, red.) in Leeuwarden. Soms vertellen klanten honderduit, maar ik heb ook een meneer die meestal na de behandeling stilzwijgend naast me in de taxi zit. Mijn eerste rit, drie jaar geleden, herinner ik me trouwens nog goed. Mijn navigatie en tablet deden het niet, ik moest naar Blauwhuis naar het Teatskehûs, waar ik een meneer moest ophalen. Het personeel zocht het hele huis door, maar die meneer was niet te vinden. Bleek dat hij in een straat achter het huis woonde. Daarna had ik een rit van Sneek naar Harlingen met twee dames op leeftijd. Ik kreeg na de rit twee euro fooi die ik zelf mocht houden van mijn baas. Dat vond ik zo’n mooi gebaar.”

Smoorverliefd

Naast de afwisseling in mensen en werktijden, is de afwisseling van auto’s en busjes ook groot. Peter: “Soms rijd ik met een Caddy, een Citan, het gewone busje of een rolstoelbus. Ik vervoer mensen met een beperking naar de dagbesteding, kinderen naar de BSO, dronken lui die denken dat ze alles weten en senioren. Die laatste categorie vind ik eigenlijk het leukst. Ze hebben altijd wel iets te vertellen, zoals bijvoorbeeld het verhaal ‘Duizend brieven’, dat in het gelijknamige boekje van mij staat met diverse taxiverhalen.

Een nette, oudere dame vertelde mij dat ze op haar 17e smoorverliefd was op een knappe, jonge vent die naar de Oost, naar Indië, moest met de boot. Haar moeder was tegen de relatie. Toch trouwden ze. Met de handschoen en haar kersverse echtgenoot beloofde haar iedere dag een brief te schrijven. Dit deed hij trouw; de brieven zaten vol met liefdesverklaringen. Alle brieven werden bewaard in schoenendozen, ze waren een kostbaar bezit. Toen de dame op leeftijd was en zij de romantische verhalen aan haar kleinkinderen vertelde, vroegen zij of ze een paar brieven mochten lezen. De dame vroeg haar moeder waar de schoenendozen gebleven waren. ‘Och die rommel, die heb ik verbrand’, was het antwoord…”

Oorlog in Oekraïne

Elk jaar rond 4 en 5 mei merkt Peter dat zijn klanten op leeftijd verhalen over de Tweede Wereldoorlog vertellen. “Dan zeggen ze bijvoorbeeld: ‘Ik lag als soldaat bij Kornwerderzand’. Of ze herinneren zich het gebrom van vliegtuigen waar broden uit werden gegooid. De oorlog in Oekraïne maakt ook veel los bij de oudere mensen. Ze maken zich vanzelfsprekend zorgen, maar vinden het ook erg dat de verhalen over de Tweede Wereldoorlog uitsterven, er zijn immers steeds minder overlevenden.”

Dankbare klanten

Bij Peters zijn Van der Bles staat de klant altijd centraal, het is een sociale centrale. “Daarom help ik klanten altijd met in- en uitstappen of breng ik de boodschappen naar binnen voor een honderdjarige”, legt hij uit. “Het is belangrijk dat je een klik hebt met mensen en die heb ik eigenlijk altijd wel. Klanten zijn vaak heel dankbaar en vinden het fijn dat ik naar ze geluisterd heb. Aan stoppen denk ik nog lang niet, dit werk kan ik tot na mijn pensioen wel doen. Ik moet er ook niet aan dénken om te stoppen. Taxi rijden is zó verslavend.”    

Beeld: Jelly Mellema Fotografie Tekst: Amanda de Vries