FK palingroken: Wanneer heb je de perfecte paling?

grootheerenveen
Afbeelding

Om 12 uur op 27 augustus wordt na twee jaar afwezigheid de Friese vlag weer gehesen als startsein voor het Friese Kampioenschap Palingroken. Ielrikjen op zijn Fries. Wat ooit begon als een soort ‘grap’ bij het bruine café is uitgegroeid tot een serieus kampioenschap met palingrokers uit de hele provincie. De winnaar ontvangt van een vijfkoppige jury een geldbedrag en de wisselbokaal: ‘de Skiere Iel’. Rijst de vraag: Hoe maak je dan de perfecte paling? Met deze vraag spraken we in Gersloot (af) met drie leden van het bestuur.

Wanneer we arriveren zitten de drie bestuursleden Henk van der Werf, Hans Halman en Annie Osinga al aan de koffie in de tuin van laatstgenoemde. “We hebben de ‘rookton’ van mijn man al voor de foto klaar gezet”, lacht Annie Osinga. In totaal zijn er zes bestuursleden. Met elkaar organiseren ze dit intussen grootse evenement. Van der Werf die betrokken is vanaf het allereerste begin geeft aan dat er veel is veranderd in de loop der jaren. Het is ondertussen een zeer groots en professioneel kampioenschap. Hij vertelt: “Organisatorisch houdt dat in dat er veel meer geregeld moet worden en het minder eenvoudig is om de vergunningen te rond krijgen.” “Het aantal bezoekers voor dit jaar is nog afwachten, er zijn jaren geweest dat er 3.000 tot 4.000 mensen op af kwamen”, haakt Halman in. Het evenement vindt plaats in Tjalleberd op een groot terrein met feesttent, muziek en horeca.
Iedere deelnemer zijn eigen rookton
De circa zestig tot zeventig deelnemers zijn zowel man als vrouw, jong als oud en komen vanuit heel Friesland. “Er doen hele families mee”, zegt Annie Osinga. De spelregels zijn streng en duidelijk. Ieder neemt zijn eigen gesneden en ontslijmde palingen mee. Dit mogen kweek- of natuurpalingen zijn. Van der Werf: “Tachtig procent is kweekpaling en wordt gekweekt in onder andere Rohel. Natuurpalingen komen bijvoorbeeld uit het IJsselmeer. Voor het eindresultaat maakt het in principe niet uit welk soort paling je gebruikt.” Iedere deelnemer heeft zijn eigen rookton. De diversiteit is groot, van oude olievaten tot houten kasten, ieder heeft zijn eigen ton zo gemaakt dat hem of haar het beste lijkt. Aangevuld met jute zakken en schalen waar het hout op smeult. Iedere deelnemer zorgt ook zelf voor een overkapping en een leuke presentatieplek om de gerookte meerpaling (de paling die over is) te kunnen verkopen aan de toeschouwers. De deelnemers mogen maximaal twintig kilo paling roken. Van te voren kiezen ze tien palingen uit die aan de wedstrijd mee doen, deze worden door de organisatie voorzien van een uniek merkje, hiervan worden uiteindelijk de beste vijf aan de jury aangeboden.
De beoordeling van de ‘perfecte paling’
De vijfkoppige deskundige jury bestaat onder meer uit horecamensen en oud- beroepsvissers. De paling moet vóór 16 uur aangeboden worden in een afgesloten kartonnen doos op vetvrij papier. De jury jureert blind. De paling wordt op vijf punten beoordeeld. Als eerste de kleur. Een goede gerookte paling is goudgeel /lichtbruin van kleur. Dan wordt er gekeken naar de opensnijding: hoe is de paling opengesneden? Hoe rechter de lijn hoe beter. Ook moeten het staartje en de kop nog intact zijn. Dan wordt er gekeken naar reinheid, ofwel hoe is hij schoongemaakt, zitten er geen restjes in. Annie Osinga laat weten dat er mensen zijn die de paling helemaal met de tandenborstel schoonvegen. Als vierde punt wordt er gekeken naar de gaarheid. Is de paling mals, niet te droog of te nat. Als laatste en tevens ook het belangrijkste punt van de beoordeling is de smaak. “Daarom telt dit ook twee keer”, geeft Henk van der Werf aan. Met de smaak kan een roker een eigen bepalende signature achterlaten. Smaak én kleur bepalend zijn onder andere het soort (schoon) hout wat gebruikt wordt. Ook is het belangrijk hoe je de paling van te voren pekelt. 
Op verkeerde spoor zetten
Het gaat er serieus aan toe op dit kampioenschap. Mensen zijn in training van te voren. “Ook al weten sommige dat ze waarschijnlijk geen kampioen zullen gaan worden”, zegt Annie Osinga. Sinds 2017 is er ook een streekprijs te winnen, deze prijs gaat naar de beste roker uit de streek (dat zijn de dorpen Terband, Luinjeberd, Tjalleberd en Gersloot). Voor sommige deelnemers is het bijna nog belangrijker om deze prijs te winnen. Het gaat dan vooral om de eer. Het fanatisme is groot en uit zich ook in het mysterie rond het roken. Iedere deelnemer heeft zijn eigen tactiek en houdt dit geheim. Van der Werf: “Ooit zette een deelnemer een bakje mais naast zijn ton neer, puur om andere deelnemers op het verkeerde spoor te zetten, in de hoop dat ze de volgende keer ook met mais aan de slag zouden gaan. Die deelnemer deed er zelf niets mee, pure misleiding. Ook vloog er eens een ton in brand, de betreffende deelnemer had al zijn tien palingen daar in zitten. Het huilen stond hem nader dan het lachen.”

Tekst en foto’s: Lotte van der Meij