Friese begroting door de helft, maar geld voor Thialf blijft ‘noodzakelijk’

Politiek
Foto Gewoan Dwaan / Douwe Bijlsma
Foto Gewoan Dwaan / Douwe Bijlsma

FRYSLÂN - De begroting van de provincie Fryslân gaat zo goed als door de helft. Om goed uit de coronacrisis te komen, komen er alleen nog maar voorstellen die per se noodzakelijk zijn. Geld voor ijsstadion Thialf bijvoorbeeld, zegt het provinciebestuur.

De komende jaren gaat de begroting terug van ruim 550 miljoen euro in 2021 naar zo’n 310 miljoen euro in de jaren erna. Dat meldt de provincie. Gedeputeerde Staten wil niets meer doen wat niet onontkoombaar, niet uit te stellen en onvoorzien is, of wettelijk verplicht.

Nog wel geld voor Thialf
Een van de zaken waar de provincie nog wel in investeert, is het ijsstadion Thialf. Daar gaat vanaf nu meer dan een half miljoen euro per jaar heen, als het aan het provinciebestuur ligt. De Statenleden moeten er nog wel over stemmen.

Eerder concludeerde een onderzoekscommissie dat Thialf niet overeind te houden is zonder steun van de overheid.

Fryslân houdt geld over
In de stukken is te zien dat Fryslân geld overhoudt. Volgens de provincie komt dat onder meer door meevallers bij de uitkering van het provinciefonds, lagere afschrijvingslasten en het vrijvallen van een aantal tijdelijke budgetten.

Het provinciebestuur wil een groot deel van het geld dat is overgebleven, inzetten voor dezelfde onderwerpen waar het al voor bedoeld was. Dat zijn onder meer de aanpak van niet-beveiligde spoorovergangen, en de gebiedsontwikkeling WTC Leeuwarden.