Herman Kleinsmit stopt als voorzitter van de Friese Ballonfeesten

grootdefryskemarren
Afbeelding

Wie ‘Friese Ballonfeesten’ zegt, zegt Herman Kleinsmit. Hij was 1986 de grondlegger van de ballonfeesten in Joure. De rest is geschiedenis. Maar voor Herman is het nu mooi geweest. Afgelopen juli organiseerde hij voor het laatst het Friese ballonspektakel. 

Wie denkt dat Herman nu lekker achterover gaat leunen en zichzelf een ‘pensionado’ noemt, heeft het mis. Hij heeft genoeg te doen en dus is een van de redenen dat Herman zijn rol als voorzitter van het bestuur van de Friese Ballonfeesten naast zich neerlegt, dat hij het te druk heeft om te kunnen genieten van alle mooie dingen die zijn leven rijk is. “Ik ben bijna zeventig en nog met zo ontzettend veel dingen bezig. Het is tijd om een aantal zaken af te bouwen. Zo heb ik nog een borduurbedrijf en hebben we een huis gebouwd in Portugal. Van dat laatste maken we te weinig gebruik. Ik wil daarvan kunnen genieten, want je weet nooit hoelang je daar nog de kans voor hebt”, vertelt hij.  

Generatieverschillen

Waarom legt Kleinsmit de organisatie van de Friese Ballonfeesten naast zich neer en niet een van zijn andere activiteiten? Voor hem zijn er te veel verschillende meningen binnen het bestuur. “Ik was het dit jaar niet eens met de zienswijze van de anderen. Dan kun je twee dingen doen. Of je ergert je elk jaar aan elkaar of je laat de rest doorgaan en laat ze bewijzen dat ze het ook zelf kunnen. De jeugd heeft tenslotte de toekomst.” Daar waar de nieuwe generatie graag groots uit wil pakken en een muziekfestival wil toevoegen, vindt Kleinsmit de risico’s te groot. “Ik had graag eerst een buffer op willen bouwen. En dan over een paar jaar groter uit willen pakken. Gelukkig hebben we het prachtig gehad en was het evenement een geweldig succes, maar wat als het de hele week had geregend? Dat is iets waar je geen invloed op hebt, maar wat enorme consequenties met zich meebrengt. Een uitgebreider event brengt extra kosten met zich mee en al die kosten moeten zich wel terugbetalen.”

Hard werken voor de hobby

Toch stopt hij wel met pijn in zijn hart. “Als we het zo gedaan hadden als de feesten van drie jaar terug, dan was ik wel gebleven. Al hadden de taken dan sowieso verdeeld moeten worden, want het organiseren van de ballonfeesten is serieus hard werken. En ja, dan merk je wel dat je ouder wordt en dat je keuzes moet maken. Ik deed het altijd graag omdat ik Joure op de kaart wil zetten en omdat ik het leuk vind. Maar op het moment dat het minder leuk wordt, vind ik dat je een beslissing moet nemen. En voor mij is het nu mooi geweest.”

Van bakker naar piloot

Zijn passie voor luchtballonnen ontstaat in 1985. Kleinsmit is dan nog bakker. Hij heeft een eigen bakkerij en organiseert daarnaast evenementen in Joure. Tot een sponsor een ballonvaart beschikbaar stelt. Samen met de burgemeester gaat Herman mee de lucht in met enorm veel bekijks als gevolg. De burgemeester ziet kansen en vraagt Herman of ze niet iets met luchtballonnen kunnen organiseren en belooft dat de gemeente ze zal helpen. Zo gezegd, zo gedaan en in 1986 vinden de eerste Friese Ballonfeesten plaats.

De wereld over gevlogen

Nu, vijfendertig jaar, heel wat evenementen en ballonnen later, heeft hij dankzij zijn luchtballonnen letterlijk de hele wereld gezien. Overal waar ballonfestivals worden georganiseerd, wordt hij met zijn ballonnen als publiekstrekkers gevraagd. Zo had hij een kikker, een absurd grote motor, een taart, een Vincent van Gogh en ga maar door.  

Van Mexico tot Taiwan en van Australië tot Canada, Kleinsmit heeft er gevaren. En blijft dat, als het aan hem ligt, ook nog wel even doen. “Als ik wil kan ik morgen overal wel naartoe. Als alles lukt gaat mijn motorluchtballon in oktober richting Sydney of Melbourne en ga ik daar in februari ballonvaren. Het plan is om daarna twee tot drie maanden samen met mijn vrouw rond te reizen. Want we zijn er dan toch.”

Vliegen zo lang als het kan

Natuurlijk blijft Kleinsmit ook op de komende Friese Ballonfeesten nog varen. Ook al mag hij dat vanaf zijn zeventigste niet meer in ‘de grote jongens’ doen. “Waar ik nu nog tot twintig mensen mee mag nemen, mag ik er vanaf december nog maar drie vervoeren. Dat hebben ze in Brussel bedacht. Maar ik vind het prima, dat grote is voor mij ook wel klaar. Ik heb nog vijf ballonnen voor de hobby en daar blijf ik lekker mee vliegen. Dat gevoel dat je krijgt als je op de radio hoort dat alle wegen rondom Joure vaststaan, omdat iedereen naar de ballonnen kijkt, dat wil ik zeker niet missen”, besluit hij glunderend.

Tekst: Sonja Harkema

Foto’s: Douwe Bijlsma