Jochem Hamstra, een retrospectief in Museum Bélvèdere

Cultuur en uitgaan
Foto: Cor Pot Fotografie
Foto: Cor Pot Fotografie

HEERENVEEN - Na drie jaar is kunstschilder Jochem Hamstra terug in zijn geboorteplaats Heerenveen voor een solotentoonstelling, ditmaal in Museum Belvedère. 

Een langverwachte tentoonstelling voor deze kunstenaar die bevriend is geweest met goede bekenden van het museum: Sjoerd de Vries, Willem Althuis en Thom Mercuur. Al heeft Jochem Hamstra dit absoluut verdiend op zijn eigen bijzondere schilderkracht.

De solotentoonstelling in Museum Belvedère was in eerste instantie niet als retrospectief bedoeld, maar is het gedurende de voorbereidingstijd tóch geworden. Een boek van de hand van assistent-conservator Susan van den Berg en vormgever Gert Jan Slagter maakt het overzicht van zijn leven en werk, tot nu toe, compleet.

Opgroeien op een schip

Jochem is de oudste zoon van Fokke en Sietske Hamstra en wordt geboren op 15 november 1962 in Heerenveen. Samen met zijn ouders, grootouders, ooms en tantes reist de jonge Jochem door Friesland. De familie bestaat uit ‘skarrel-skippers’. De mannen zijn scharensliep, voddenboer of handelaren in oud-ijzer, terwijl de vrouwen op de fiets langs de deuren gaan met goed gevulde koffers vol handelswaar. “Als kind besefte ik niet hoe primitief de leefomstandigheden waren, daar was ik aan gewend”, vertelt Jochem. “We hadden geen elektriciteit; water werd bewaard in een grote melkbus en er werd gekookt op een petroleumstel.” In de winter heeft de familie een vaste ligplaats aan de Polderdijk in Heerenveen. ’s Zomers varen ze door de provincie, hoewel de Hamstra’s niet overal welkom zijn en soms zelfs worden weggestuurd.

Picasso

De opgroeiende jongeman tekent veel en vaak. Pas op de lts komt hij in aanraking met kunst in de vorm van de huilende vrouw van Picasso. Al in zwart/wit maakt het werk een diepe indruk, de kleurenversie met groende handen en een gezicht in geel, blauw en paars met een felrode hoed zorgt ervoor dat Jochem zijn eerste kunstboek over Picasso koopt. Het blijkt het begin te zijn van een flinke verzameling waarin we Renaissance-kunstenaars als Artemisia Gentileschi, Caravaggio en Goya tegenkomen. Maar inmiddels hebben ook kunstenaars als Jean Froutier, Frank Auerbach, Francis Bacon en Lucian Freud een plek bij Jochem gekregen. Voor Jochem is het lezen en bezoeken van tentoonstellingen ter inspiratie. Naast het kijken van documentaires over kunst en dit laatste doet hij het liefst op zondagavond, voor het begin van een nieuwe werkweek.

Een Fries in Groningen

Jarenlang heeft Jochem een atelier op de Dubbele Regel in Heerenveen. Na zijn afstuderen aan Academie Vredeman de Vries in Leeuwarden én het winnen van het Boelstra-Olivier Stipendium in 1991 komt er een atelier in Leeuwarden. Uiteindelijk vertrekt de Fries naar Groningen. Daar krijgt hij de kans om opnieuw te beginnen; daar is geen verleden, alleen het heden. In Heerenveen draagt iedere steen herinneringen. En dat is niet altijd even makkelijk. Al snel krijgt Jochem de kans om een atelier te huren in de buurt van de A-kerk. Heel bewust blijft Jochem in zijn eigen bubbel wonen én werken. “Ik ben vrij anoniem, hier. Ik vind het vervelend als iedereen weet dat je schilder bent. Ik hoor mensen al zeggen: ‘Daar loopt die schilder’.”

Wandelen is trouwens een van zijn favoriete bezigheden. Op zijn ‘struintochten’ vindt Jochem van alles. Zo ontstaat de serie stadswerken. Terugkijkend beschouwt de kunstenaar: “Tijdens de serie stadswerken was ik te bewust bezig met het maken van kunst. Op een gegeven moment waren het alleen maar leuke composities, er miste iets. Dus ben ik er mee gestopt.”

Nu ben ik op iets gestuit…

Het is een goed moment voor de retrospectief, volgens Jochem. “Nu ben ik op iets gestuit wat echt iets kan zijn. Ik maak schilderijen over het lijfelijke: angst en verlangen, tederheid en geweld, opwinding en verwarring.” Hij zegt dat zijn schilderijen daar over gaan, maar de beschouwer kan er natuurlijk iets heel anders in zien. “Dat is oké voor mij: ik kan dat niet sturen.”

Wel heeft Jochem een belangrijke regel: in het atelier, terwijl hij nog aan de kunst werkt, wil hij geen meningen of inzichten horen. “Want dat beïnvloedt mijn blik op het werk.” Het gebeurt dan ook wel eens dat Jochem werken vernietigt of overnieuw begint als mensen het toch niet kunnen laten om iets te zeggen. “Ik heb vijf jaar gewacht na het voltooien van de eerste werken van deze serie, genaamd ‘Incarnatie’. Ik was benieuwd of ik nog steeds tevreden zou zijn, en dat ben ik.” In deze nieuwe serie gebruikt Jochem de verf heel droog én schildert hij bewust op de achterkant van het linnen. “Het worden op een gegeven moment steeds meer materieschilderijen.”

Schilderen is frustrerend

Wat blijkt? “Ik vind schilderen frustrerend”, bekent Jochem. “In elk schilderij zit een moment dat je totaal de weg kwijt bent. Dat je denkt: het is één grote modder, het is chaotisch. En dat je denkt: ik pak een plamuurmes en haal het er allemaal af. Dan moet je dóór. Er komt een moment dat er iets gebeurt en dat je weet: ik zit nu op het goede pad.” En dat pad heeft Jochem nu duidelijk gevonden. “Misschien moet ik maar stoppen op mijn hoogtepunt?”, vraagt hij zich hardop af.

De tentoonstelling ‘Jochem Hamstra – Een fragment van leven’ is tot en met 29 januari 2023 te zien in Museum Belvedère in Heerenveen. Naar aanleiding van deze tentoonstelling is een publicatie verschenen het leven en werk van Jochem Hamstra tot nog toe, van Susan van den Berg en Gert Jan Slagter.

Door: Janita Baron

Foto: Cor Pot Fotografie
Foto: Cor Pot Fotografie
Foto: Cor Pot Fotografie
Foto: Cor Pot Fotografie