Lemster skûtsje kampioen SKS

grootbolsward-ijsselmeerkust
Afbeelding

Het skûtsjesilen van de Sintrale Kommisje Skûtsjesilen (SKS) wordt georganiseerd door veel vrijwilligers. Veel van die vrijwilligers komen uit Lemmer. Dat is zo gegroeid, ook al vanwege de medewerking van het startschip van de Lemster zeilvereniging de Zevenwolden. In de loop van de afgelopen SKS-veertiendaagse zag je dat juist die mannen  iets anders werden. Er gebeurde wat. Ze pakten wat vaker een papiertje waarop stond dat Albert Visser de schipper van het Lemster skûtsje bovenaan in het klassement stond. En bleef staan. Kampioen. 

Bij de binnenkomst van het kampioensskûtsje van Lemmer in het Dok zag je dan ook diverse, vaak wat oudere Lemsters voorzichtig een traantje wegpinken. Sinds 1988 had skûtsjecentrum Lemmer dat kampioenschap moeten missen. Ze hadden hun behoefte daaraan altijd wat weggestoken achter pittig en sarcastisch commentaar. Nu was er de bevrijding. ‘We’ bin kampioen”. We.

Albert Visser en zijn bemanning werden kampioen in een uitzonderlijk apart skûtsje-jaar. Er zat namelijk van dag tot dag weinig verandering in het weer. In een felle zon was er alle dagen wel een beetje wind, maar die kwam wat variabel uit diverse hoeken. Skûtsjesilers weten dan al lang dat de snelste schepen uiteindelijk zullen winnen. Die krijgen namelijk een groter rendement uit de goede vlaagjes die je zo nu en dan krijgt.

Snel

Dus werd er onmiddellijk naar Lemmer gekeken, want ze hadden al lang gezien dat Lemmer dit jaar heel hard liep. Al was verwacht dat er dan wat meer wind moest zijn, want dan zou hij nog harder lopen. Overigens voelden de anderen zich niet kansloos, want de formule waaraan de skûtsjes moeten voldoen qua gewicht en zeilvoering was opnieuw vernieuwd en het bleek dat de schepen nog dichter bij elkaar zaten.

Bovendien was er dankzij de wens van de schippers veel vaker een ‘op en del baan’ als route. Dat betekende dat er onder in het rak twee boeien liggen, zodat je zelf kunt kiezen aan welke kant je het kruisrak in gaat. Daardoor komen de schepen in het voor de windse rak steeds weer dichter bij elkaar. Lemmer had een paar keer een laten we zeggen ongelukkige of te vroege start, en dat betekende dat de mannen moesten inlopen. Dat gebeurde, ook voor de wind.

En dan kwam je bij de onderste boeien. Die keuze was de belangrijkste. Al kon je soms gedwongen worden om een andere keuze te maken dan je wilde, maar achter elkaar aan zeilen levert geen winst op als de schepen gelijkwaardig zijn.

Leider

Al met al werd het een gevarieerde en prachtige skûtsjestrijd. Die Lemmer al na een paar dagen de leiding in het klassement gaf, want de ‘prikkemikken’ (Grou, Veenhoop en Earnewâld) waren voor Lemmer zeer voordelig. De grote tegenstander werd Grou, dat een paar maal de dag-overwinning meen naar huis nam en niet voor niets de kampioen van de drie voorgaande jaren was. Lemmer zou pas in Lemmer een keer de dagprijs pakken. Maar de historisch goed geschoolde Albert Visser wist dat er wel vaker SKS-kampioenen zijn geweest die niet eenmaal dagwinnaar waren geweest. Hij werd niet zenuwachtig van dat hij niet won.

Toch kriebelde het wat. De andere vertegenwoordiger van de Fryske Marren, Langweer, kwam vier maal als eerste over de meet. De eerste keer pakten Harmen Brouwer en zijn mannen nota bene het Lemster skûtsje op de finishlijn. Het was in de wedstrijd van Terherne, één van de mooiste wedstrijden van de kompetitie. Harmen had wat geprutst in de eerste drie wedstrijden, het eerste leerjaar begon zwaar. Maar zijn schip, de Jonge Jan, liep ook uiterst snel, en dat merkte Albert Visser juist die dag waarop hij zo’n ferme schrede zette naar de titel.

Knoeien met de starts

Je zag de volgende dagen Albert Visser peinzend op zijn volgschip op de roef zitten. Mijmerend over Harmen. Over diens tweelingbroer Sytze van Heerenveen, die ook nogal heel variabel presteerde, maar in Woudsend wel won. En over neef Douwe Visser van Grou, die ook nog een keer won, drie keer totaal. Zouden die jongens de Lemsters voor de zoveelste maal er naast grijpen? Gelukkig, en dat klinkt wat vreemd, begon Albert te knoeien met de starts. Daarom had hij geen tijd meer om te mijmeren. Bliksem, hij moest naar voren.

Opvallend was dat hij daarvoor de wet van zijn broer Douwe Visser, eerder schipper op Sneek, benaderde. Dat is: om alles heen zeilen. Niet in protestsituaties terecht komen. Ook een keertje wat geven. De nestor van de vloot zal er zijn eigen bemanning mee getergd hebben. Want die zeilen, net als andere schepen, het liefst met het mes tussen de tanden. Hoewel het ook weer zo is dat als de windjes niet steviger worden, de vloot gemoedelijker wordt. 

“Albert, pak se”

Het Lemster skûtsje kwam als laatste de traditionele ererij in Lemmer binnen op de dinsdag. Verbazingwekkend hoeveel publiek daar al was. En hoe Albert Visser en zijn mannen werden toegejuicht door de Lemsters. En Albert weet dat sommige van zijn voorgangers als schipper op het Lemster skûtsje soms stiekem de grote sluis waren doorgegaan, om de hoon van het eigen publiek niet te hoeven horen. En nú: “Albert, pak se”. Al de Lemsters die je tegenkwam zeiden dat het zaterdag een groot feest zou worden bij de echte intocht van Albert en zijn mannen. En dat bleek waar te zijn. Geweldig.

Bovendien waren ze op de donderdagavond al aan het feesten geweest, want toen was de titel al binnen. De laatste dag op Sneek was voor Lemmer niet meer relevant. Albert nam zijn vrouw Marieke en beide mannen die afwisselend zijn adviseur waren geweest mee voor een leuk zeiltochtje. Waarin hij iedereen als het ware toeriep de gevechten met elkaar op de laatste posities maar te strijden, hij deed niet mee en werd laatste. Maar daarna wel door de provinciale en SKS-officials trots op het hoogste treetje gezet. 

Huilen

Op het volgende treetje stond Douwe Visser van Grou. En nog een treetje lager, maar het voelde als een gouden podium, stond debutant Harmen Brouwer. Die zijn tweelingbroer Sytze in de laatste slag definitief naar de vierde plaats had verdreven. De dag daarop huilde de Lemmer, om daarna heftig feest te vieren. Op hetzelfde moment vierde Langweer ook feest.

Want dat dorp had instemmend geknikt toen na de eerste overwinning van Harmen Brouwer in Teherne de Leeuwarder Courant schreef dat het skûtsje Langweer weer op de kaart had gezet. De honderden mensen bij die huldiging onderstreepten dat.

Albert Visser kreeg een speciale gemeentelijke prijs. Harmen Brouwer een plaatselijke, voor de uitstraling en promotie. De betekenis is dat skûtsjesilen niet alleen voor de schippers is, maar ook van de mienskip. Beide schippers waren emotioneel over die toekenning.

Tekst: Eelke Lok 

Foto’s: Douwe Bijlsma