Met maatregelen en eigen tests kunnen topsporters VC Sneek toch volleyballen

Sport
Foto VV Sneek
Foto VV Sneek

SNEEK-Bij de ingang van de sporthal van volleybalvereniging VC Sneek is een strenge coronacontrole. Iedereen die naar binnen wil, moet eerst een temperatuurmeting doen. De vrouwenploeg van VC Sneek speelt in de eredivisie en mag daarom trainen en wedstrijden spelen, onder voorwaarde van strenge maatregelen. Zowel de spelers, bestuurders als vrijwilligers rond het team worden iedere week getest.

\n

VC Sneek heeft het testbeleid opgesteld volgens de regels die de doorkregen van de Nederlandse Volleybal Bond (Nevobo). De club kan de coronatests zelf afnemen, want ze hebben tests gekregen van de volleybalbond. Binnen de vereniging zijn twee mensen opgeleid door de GGD om de tests af te nemen.

Als spelers, of mensen rond het team, de hal in willen, wordt een vragenlijst afgenomen, de temperatuur wordt gemeten en verder moet je natuurlijk je handen wassen en afstand houden.

Ander beleid dan bij voetbal

Het beleid werkt net iets anders als hoe we het weleens zien bij het voetbal. Als er ook maar iemand positief getest wordt, kan het hele team niet spelen. Terwijl bij het voetbal alleen degene die positief getest wordt in quarantaine gaat.

De club verwacht ook dat andere teams waar ze tegen moeten spelen, meteen melding maken als er een positieve test afgenomen is. in overleg gaat de wedstrijd dan waarschijnlijk niet door. ‘Laten we wel wezen, we zijn dan heel terughoudend’, zegt bestuurder Erik Drenth. Dat er niet gespeeld wordt met een positieve test komt onder anderen omdat veel spelers in de zorg werken.

Jeugd

Naast de topsporters in de eredivisie wordt er niet gevolleybald bij de vereniging. ‘Het mag niet, we hebben wel een net weer opgehangen buiten op het beachveld. We zijn in overleg of daar behoefte aan is voor de jeugd. Want dat is het enige wat mag. Maar ja, met deze temperaturen weet ik niet of daar meteen heel veel animo voor is. We hebben bij andere verenigingen gezien dat dat er wel was, dus het is in ieder geval een mogelijkheid om nog iets te doen’, zegt Drenth.