Shorttracker Jens van ’t Wout: “Dominant worden in de wereldtop”

Sport
Afbeelding

HEERENVEEN - Het lijkt ogenschijnlijk nog een heel eind voordat de schaatsen weer worden ondergebonden bij de topsporters, maar het voorseizoen is alweer van start gegaan. De langebaanschaatsers en de shorttrackers zullen komende winter weer volop in de belangstelling staan in dit olympisch jaar. Shorttracker Jens van ’t Wout, die tijdens het Nederlands Kampioenschap de 1500 meter op zijn naam schreef, is alweer druk bezig met de voorbereidingen op het seizoen.


“We hebben het eerste trainingskamp in Valkenburg alweer achter de rug”, vertelt Jens van ’t Wout. “We gaan binnenkort nog naar Frankrijk en twee keer twee weken naar Italië. Het is voor mij, als nieuwkomer in de selectie, allemaal iets anders dan voor de anderen, maar het is heel erg leuk om te mogen doen. We zijn nu voornamelijk bezig met sterker worden om straks, wanneer het er op het ijs om gaat, goed te kunnen presteren. Ondanks dat het nu vooral erg leuk en gezellig is en ondanks de beperkingen in het hotel door de coronamaatregelen, zijn we straks ook de concurrenten van elkaar. Het tegenstrijdige aan dit alles is dat het namelijk een individuele sport is, uitgezonderd de relay, waarbij je elkaar nodig hebt om beter te worden én ook nog eens in teamverband kan uitkomen. Op het ijs ben je elkaars concurrent, daarbuiten ben je vrienden. In mijn geval heb ik ook nog een broer binnen de selectie, dus ook nog familie.”

Jeugd in Canada

Ondanks zijn jeugdige leeftijd is Jens van ’t Wout absoluut geen ‘broekie’. Hij woonde een groot deel van zijn leven in Canada en leerde het leven in Nederland dus op een andere wijze kennen. “Toen ik jong was zijn we naar Canada verhuisd, in een omgeving met veel bos. Alles was overzichtelijk en rustig. Ik speelde er eerst ijshockey, maar toen we in een league kwamen waar ook bodychecks mochten worden gegeven, hebben zowel mijn broer als ik al eens een hersenschudding gehad en hebben we het anders aangepakt. We zijn gaan shorttracken. Die kerels van die checks waren twaalf, maar hadden al baarden zeg maar. Dat was fysiek gewoon niet te doen. Nadat we net een half jaar op shorttrack zaten, verhuisden we terug naar Nederland. Ik kan mij nog herinneren dat we in Amsterdam wat gingen eten, uit de auto stapten en bijna omver werden gereden door fietsers. Stonden we midden op een fietspad. Dat had ik in Canada nog nooit gezien, dus dat was wel even wennen. We woonden in Almere, een drukke stad. Dat was wel echt heel anders. Nu woon ik in Sintjohannesga, dat lijkt qua rust nog het meest op Canada. De mensen uit het dorp vragen wel eens hoe het gaat, wanneer ik weer een wedstrijd heb. ik krijg kaarten van ze. Superleuk!”

Ballen hebben

Dat shorttrack de afgelopen periode is gegroeid is ook Jens van ’t Wout niet ontgaan. “Er zijn steeds meer kinderen die de sport ontdekken. Dat is te danken aan wat we hebben gepresteerd de afgelopen jaren en hopelijk ook de komende jaren. Het is onvoorspelbaar, de sterkste hoeft niet altijd te winnen en er gebeurt regelmatig iets. Zo heb ik wel eens een schaats over mijn wang gehad en had ik een snee van een centimeter of twaalf. Een teamgenoot heeft wel eens een schaats in zijn buik gehad en een ander wel eens wat gebroken bij een val. Het gaat erom dat je daarna geen angst moet hebben om weer het ijs op te gaan. Je moet zeg maar ‘de ballen hebben’ om er weer vol in te gaan. Wanneer je dat niet doet, dan kun je niet meer winnen in deze sport. Met die snee in mijn wang stond ik drie dagen daarna weer op het ijs.”

Olympische droom

In de komende maanden traint de examenkandidaat havo, verdeeld over twee jaar in verband met het sporten, zich hopelijk naar de Olympische Spelen. “Dat zal een hele opgave zijn want ik moet mijn lichaam nog beter leren kennen. Dat is in dit kader zeker van belang, met een nieuw trainingsprogramma. Het is met name wennen aan hoe de trainingen zijn opgebouwd en waar ik dan weer zelf de accenten kan leggen. Als je het vergelijkt met andere shorttrackers die al langer in dit team actief zijn, die zijn dat al gewend. Datzelfde is het geval bij de wedstrijden, zij hebben meer ervaring. Toch zijn er ook aspecten die positief zijn voor mijn kansen voor kwalificatie voor de Spelen. Zo kan ik hen makkelijker analyseren en weet ik wat ik kan verwachten en zij weten dat weer minder van mij. Ondanks dat er weinig plaatsen zijn, ik geloof drie individuele plaatsen en dan nog de relay, geloof ik er zeker in. Mocht ik het niet halen, dan hoop ik voor mijn broer dat hij het wel haalt.”

Uiteindelijk doel

Voor de gebroeders Van ’t Wout ligt het shorttrack aan hun voeten. Er is nog een wereld te winnen. Toch hebben ze, volgens Jens, absoluut een doel. “Dominant worden in de wereldtop, daar werken we elke dag heel hard voor. De beste zijn en dan bij voorkeur met zijn tweeën. Dat zou het nog specialer maken, ondanks dat het niet uniek zou zijn. Mochten we ons plaatsen voor de Spelen, dan zullen we ons uiterste best gaan doen, maar we zijn jong en de Spelen van 2026 zijn ook zeker een doel om naartoe te werken, dan moeten we goed zijn. Deze Olympische Spelen zouden een enorme bonus zijn qua ervaring.”

Tekst: Joeri van Leeuwen
Fotografie: Douwe Bijlsma / Gewoan Dwaan