Sippie Broersma en Gerard van Beijeren

grootsneek
Afbeelding

Ze ontmoetten ze elkaar bij een studentenkoor in Groningen en hadden optredens op bijzondere plekken in de wereld. Ze settelden zich in Sneek en hun grote ambitie is om meer mensen in aanraking te brengen met klassieke muziek en te laten zien dat iedereen kan zingen. Maak kennis met Sippie Broersma en Gerard van Beijeren, oprichters van Sneek Vocaal en kamerkoor Capella.

Sippie Broersma (Zwolle, 1983) komt uit een muzikale familie. Haar ouders en grootouders musiceerden; haar broer Jelle maakte onder de artiestennaam Jelle B vijftien jaar lang Nederlandstalige muziek; haar zussen gingen voor de jazz. Nadat Sippie zelf bij een concert van Thijs van Leer was geweest, koos zij voor de dwarsfluit. Ze ontdekte, dat wat Thijs speelde gecomponeerd was door Bach. Dit wakkerde haar enthousiasme voor de klassieke muziek aan. Gerard van Beijeren (1981) groeide op in Roden, óók in  een muzikale familie, waar koorzang en pianospel centraal stonden. Toen Gerard in Groningen in het studenten-kamerkoor zat, ontmoetten hij en Sippie elkaar.

Concert in Wit-Rusland al begonnen

De muziek bracht hen op bijzondere plekken in de wereld. Hun deelname aan korenfestivals in Italië, Zwitserland en Tsjechië waren ervaringen voor het leven. Wat Sippie en Gerard altijd bij zal blijven is een bezoek aan Brest in Wit-Rusland, een plek waar je als vakantieganger niet komt. “We hadden een optreden op de ambassade, maar strandden met onze bus in een file aan de grens van het land”, vertelt Gerard. “Alle auto’s voor ons werden binnenstebuiten gekeerd. Dat schoot dus niet op, totdat een hoge pief belde: jullie moeten die bus door laten. Toen we aankwamen bij het theater was het concert al begonnen.” Hij moet er achteraf om glimlachen. “We hebben ons snel omgekleed en zijn daarna het toneel opgegaan.”

Aanvullen muzikaal aanbod Sneek 

In 2010 settelde het paar zich in Sneek. “We zitten veel in Utrecht, maar hier is het veel rustiger. In Utrecht kun je op elke straathoek wel een koor vinden. Hier krijg je minder snel de vraag: ‘Wil je mee zingen?’ We rijden dus heel wat af.” Beiden begeleiden koren door het hele land. Hun enthousiasme over de klassieke muziek is zó groot, dat ze meer mensen in en om Sneek daarmee in aanraking willen brengen. “Er is een leuk aanbod in Sneek qua muziek met bijvoorbeeld Lewinsky, het Bolwerk, Theater Sneek en De Bakkersdochter. Maar op klassiek vlak is dat wat minder.” 

Met het doel om het klassiek aanbod wat aan te vullen, hebben Sippie en Gerard samen het klassieke koor Capella opgericht. “Er is zoveel potentieel en er zijn zoveel mensen die klassieke muziek leuk vinden, maar het nog niet weten.”

De meeste mensen kunnen zingen

De klassieke wereld lijkt gesloten. Mensen denken, dat het voor een bepaald soort publiek is. Of dat ze niet kunnen zingen. “Vroeger gebeurde het dat iemand zei: ‘Houd jij je mond maar; jij kunt niet zingen’, stelt Sippie. “Maar het tegengestelde is waar. Ik denk dat de meeste mensen kunnen zingen. Zingen is een ambacht; een andere manier van je stem gebruiken; je kunt het leren. Het is niet iets waar per se je mee geboren wordt. De een heeft van nature meer talent dan de ander, natuurlijk. Bij Capella hebben we daarom bewust gezegd: je hoeft niet ervaring te hebben. Je hoeft niet noten te kunnen lezen. Wat je wél moet kunnen, is melodietjes instuderen. Je moet ook melodietjes kunnen nazingen. Zo hebben we een mooi koor bij elkaar gekregen. Deels met mensen uit een popkoor, deels met mensen die nooit gezongen hadden. Daar heb ik superveel respect voor. Wij zijn gewend van noten te lezen; zij doen alles via de oren. Die mensen zeggen: ‘Ik ben zo blij dat ik dit doe en in aanraking ben gebracht met deze muziek’.”

Weten wat je zingt

“Als het koor zingt heeft iedere stem een eigen kleur en met al die stemmen tezamen maak jij dat geluid. Dat ontroert mensen”, weet Gerard. 4 juni jongstleden trad Capella op met het Requiem van Mozart. Gerard: “Mozart is midden in het schrijven van zijn Requiem overleden. Daar hebben we het ook over. We willen mensen een idee geven wat ze aan het zingen zijn, zodat ze er een gevoel bij krijgen.” Je moet met andere woorden weten wat je zingt. 

Enorm breed

Sippie: “Er zijn mensen die zeggen: ‘Klassieke muziek, daar heb ik niet veel mee’. Maar klassieke muziek is zó enorm breed. Alsof ik zou zeggen: ‘Lichte muziek, daar heb ik niet veel mee. Lichte muziek varieert van de Snollebollekes tot Rammstein. Klassieke muziek heeft ook zoveel soorten. De meeste mensen kennen Bach, Beethoven en Mozart, maar er is nog zoveel meer. De Franse componist Poulenc is voor mij de mooiste en Debussy geeft weer een heel ander soort geluid. Daarom willen we laten zien dat klassieke muziek eigenlijk heel cool is. Waarschijnlijk kennen mensen al meer klassieke werken, dan ze denken. Die koffiereclame van Douwe Egberts, daar zit muziek van Mozart onder. De muziek onder de Champions League is van Händel. Iedereen kent de aria ‘Nessun Dorma’ van Puccini; ik denk zelfs dat ik niemand ken die daar geen kippenvel van krijgt.” 

Dankzij koningin Maxima

Jong geleerd, is oud gedaan. Maar lange tijd was er in het onderwijs geen aandacht voor muziek en zingen. Sippie: “We ontmoetten kinderen in de klas, die niet wisten hoe ze hun stem moesten gebruiken. Nu is er weer meer muziek in de klas dankzij koningin Máxima.” (Koningin Máxima is erevoorzitter van de stichting Méér muziek in de Klas – red.).

Gerard: “In Scandinavische landen wordt het zingen juist met de paplepel ingegeven. Daar zingen ze allemaal, dat is verankerd in de volkstraditie. Hier kijken ze je gek aan als je zegt dat je zingt. In Nederland wordt zingen geassocieerd met de kerk. Veel zangers bij ons in het koor zongen hiervoor in het kerkkoor.” De tradities uit Scandinavië inspireerden tot ‘wilde plannen’. In Scandinavië vieren ze net voor de kerst de terugkeer van het licht met het Luciafeest. Gerard: “Die liederen heb ik laten vertalen in het Fries. Het plan was een samenwerkingsproject te doen van schoolkinderen, volwassenen en professionals en een concert te geven helemaal in het donker. Dit jaar werd dat een livestream vanwege corona, maar in september ga ik er weer mee aan de slag.” 

Concert is een beloning

Corona heeft er flink ingehakt bij Sippie en Gerard. Maar ze hebben het in hun vakgebied overleefd, terwijl veel mensen noodgedwongen het vak zijn uitgegaan. Uit voorzorg plannen ze concerten dit jaar iets eerder in. Gerard: “Mochten er weer beperkingen komen, dan hebben we toch iets gedaan. Repeteren is leuk, maar een concert is een beloning. Het zorgt voor euforie en voldoening: Yes!” 

Het concert ter ere van het vijfjarig bestaan van Capella staat daarom gepland voor oktober. Toekomstplannen hebben ze volop. Sippie: “We zouden erg graag een soort van eigen concertlocatie hebben waar klassieke muziek leeft. Een plek, waar altijd iets te beleven is. Waar koren repeteren, waar je zanglessen kunt volgen, waar schoolklassen langs kunnen komen. Een locatie waar wekelijks of maandelijks korte concerten of masterclasses worden gegeven. Daar zou je ook scratches kunnen organiseren, waarbij iedereen op één dag samenkomt, repeteert en dan ‘s avonds een concert geven.” 

Matthäus Passion met publiek

Ook willen ze graag de Matthäus Passion naar Sneek halen en dan de koralen door het publiek laten zingen. Gerard: ”Bij het Martinikoor zijn er kinderen die nu voor het eerst de  Matthäus zingen. Daar worden zaadjes geplant voor het leven. Prachtig om bij jonge mensen de vreugde in de ogen zien van de muziek.”

Tekst: Riemie van Dijk

Foto’s: Sippie Broersma/Gerard van Beijeren