SP Heerenveen presenteert plan tegen armoede, eerste reacties positief

Politiek
Afbeelding

HEERENVEEN - De fractie van de SP in Heerenveen heeft een eigen armoedeplan gepresenteerd. Met het Zwart-witboek Armoede wil de fractie het college dwingen om meer te doen tegen armoede en de schuldenproblematiek. 

Volgens de fractie tonen burgemeester en wethouders te weinig ambitie en doen ze niet genoeg tegen de problemen van mensen met schulden.

‘We vragen al twee jaar om nieuw beleid, om een intensievere aanpak’, zegt SP-commissielid Paul Steenbergen. ‘Maar er gebeurt te weinig. De gemeente investeert miljoenen in de sport, maar op het gebied van armoede is het te veel oud beleid.’

Daarom heeft de SP achttien voorstellen op papier gezet. Daarvoor heeft de partij overlegd met verschillende instanties, zoals de lokale Voedselbank en Steunpunt De Barones voor mensen met problemen. ‘We willen dat meer mensen recht hebben op een inkomenstoeslag, dat de gemeente de bewindsvoering oppakt in plaats van commerciële partijen en er moeten maatregelen komen om de schuldhulpverlening te verbeteren’, zegt Steenbergen.

Schuldhulpverlening anders inrichten

Dat hoeft net per se veel geld te kosten, maar het moet anders worden geregeld, legt Steenbergen uit. ‘De Rijksoverheid geeft ieder jaar 11 miljard uit aan schuldhulpverlening, maar de overheid zelf is de grootste schuldeiser. Dat moeten we dus anders inrichten. Eén op de vijf jongeren heeft bijvoorbeeld een schuld. Vaak worden die schulden alleen maar hoger door boetes en incassobureaus. We willen dat de gemeente die schuld opkoopt, dan is er slechts één schuldeiser. En verder willen we met die jongeren een plan maken: een baan en coaching op het terrein van financiën. Vaak zijn er nu heel veel aanbieders om de schulden op te lossen, maar meestal wordt het daar alleen maar erger van.’

Positieve reacties

De eerste reacties op de plannen van de SP zijn positief. ‘Een paar partijen willen al met ons in gesprek, dat is mooi. Nu moeten we het bespreken om meerdere partijen achter ons voorstel te krijgen.’