Squash, een fysiek en mentaal spel

Sport
Foto: Kim Kampman
Foto: Kim Kampman

SNEEK - Uw verslaggever van het competitiesquash van sportrestaurant De Stolp speelt zelf ook mee met de Sneker squashers. Soms moet hij dus over zichzelf schrijven. Dit zit hem (mij) doorgaans niet in de weg, omdat ik (hij) niet vaak speelt of geen nieuwswaardige prestatie op de baan neerlegt. In de eerste speelronde van het nieuwe jaar van afgelopen vrijdag valt er echter meer te vertellen over mijn spel, dus ik maak van deze merkwaardige dubbelrol een voordeel voor de lezer door iets meer te vertellen over wat in het hoofd van een speler kan gebeuren. Dit is een ander verslag dan anders.

Sporters willen winnen. Om te winnen moeten ze goed spelen. Om goed te spelen, moeten ze niet met winst bezig zijn. Snapt u wel? Punt voor punt werk je met goed uitgevoerd squash toe naar een resultaat dat past bij je inzet. Bewust je positie op de baan kiezen, bedachte ballen slaan, je niet laten opjagen, de regie in de rally nemen, geen fouten maken. Zo draag je als speler bij aan je eigen groei en aan de resultaten van het team.

Sinds seizoen 2019-2020 spelen de Snekers mee in de landelijke competitie van squashbond SBN. Eerst met één team, later met twee. Een vaste kern van spelers aangevuld met gastspelers vindt het leuk om zich op vrijdagavond te meten met andere spelers uit het land. Over het geheel zijn de resultaten prima. Elk jaar handhaafde elk team zich in de best zware competities. Elke speler ziet zijn resultaten terug in een stijging of daling op de landelijke ranglijst. Sommige jongens van ons team staan behoorlijk hoog.

Mijn plek op de ranglijst is stabiel laag. Er zijn zo’n duizend competitiespelers in Nederland beter dan ik, wat natuurlijk helemaal niet erg is. Het aantal winstpartijen achter mijn naam is nul en dat vind ik wel erg. Elke speler wil bijdragen aan de resultaten van het team. Hier en daar een punt winnen, is natuurlijk ook een bijdrage, maar er gaat niet veel boven winst. Zo vond ik mijzelf enige tijd terug in een kramp waarbij ik meer dan nodig bezig was met winst en minder met goed en beheerst squashen. Mijn tegenstander van vrijdagavond uit Alkmaar bleek hetzelfde euvel te hebben. Na afloop van de speelronde sluiten de spelers van beide teams de avond gezamenlijk af met een hapje en een drankje, wat een heel aantrekkelijk onderdeel van de vrijdagavond is. Natuurlijk hebben we het dan over squash. Ook mijn tegenstander heeft al enige tijd last van de druk om een eerste competitiewedstrijd te winnen en ervaart de nadelen van zo’n improductieve focus. Spelen tegen jezelf, heet dat.

Gelukkig lukte het ons beiden om goed te squashen. In de eerste game ging ik scherp en beheerst van start door het geleerde uit onze trainingen toe te passen, wat me de regie over de rally’s gaf en mijn tegenstander snel een achterstand opleverde: 11-4. In de tweede game hield ik mijn spel scherp door steeds in het hier en nu te blijven, wat resulteerde in een 11-7 winst. Als ik dit vasthield was een 3-0 zege een mogelijkheid. Door dat te bedenken, deed ik mijn concentratie geweld aan. De gedachte aan winst was mijn hoofd en daardoor mijn spel ingekropen. Soms miste ik een bal, die ik in de eerste games allemaal goed sloeg, daardoor kwam ik snel achter in de derde game. Ik herpakte me deels, door me alleen op het volgende punt te concentreren en nergens anders op. Ik liep weer wat in, maar haalde mijn opponent niet meer in: 11-7 verlies. Coaching in de pauze ging over rustig blijven en teruggrijpen op de basis: lange ballen achterin, niet te gehaast spelen. Mijn tegenstander zag ondertussen mogelijkheden om de wedstrijd naar zich toe te trekken, ook hij had ergens mee af te rekenen. We speelden beide redelijk scherp. Voor het altijd enthousiaste thuispubliek was het een fraaie strijd om te zien. De eindstand van de vierde game was heel close, met wat geluk pakte mijn tegenstander het laatste punt: 11-9 verlies. 2-2. De wedstrijd zou in de laatste game beslist worden. In de pauze voor de laatste game een slok water, coaching ontvangen, racket wisselen, een verse bandana. En de gedachte uitbannen dat winst na een 2-0 voorsprong me toch niet door de vingers zal glippen?

Weer kwam ik snel achter. Mijn tegenstrever had er een schepje bovenop gedaan om zichzelf als tegenstander uit te schakelen, en ik miste af en toe een bal. Onder die druk kalm blijven en uitvoeren wat we hebben getraind was de uitdaging en dat lukte best goed, al keek ik steeds tegen een kleine achterstand aan. Mijn spel was niet zo scherp als in de eerste twee games, maar het liep wel. Ik kon bijblijven, maar voelde mijn tegenstander toch sneller naar de finale elf punten toe kruipen. Het lukte om niet aan verlies te denken en tot twee punten verschil te komen, maar hij maakte scherp het laatste punt: 11-8 verlies en daardoor een 3-2 eindstand. Verlies. En winst. Met redelijk goed spel verliezen is geen ramp, vooral niet als het een streep zet onder de verkeerde druk. Zo kan ik volgende wedstrijden vrijer spelen en op die manier bijdragen aan mijn groei en aan de teamresultaten leveren. Díe winst is er in elk geval.

Naast mijn twee punten haalden we er nog twee en lieten een eindstand noteren van 12-4. De drie bonuspunten gingen naar Alkmaar: 15-4. Volgende week speelt het tweede uit in Amsterdam. Daarover kunt u hier weer een meer regulier wedstrijdverslag lezen. ;-)

Verslag: Xander Jongejan