Talentencentrum De Wurkwinkel

grootsneek
Afbeelding

In de winkel zie je het al; er worden mooie en vaak ook functionele dingen gemaakt. Veelal van hout, maar ook van speksteen en andere materialen. Maar de topstukken van De Wurkwinkel hangen en staan in de verschillende gangen: een gefiguurzaagde en fraai geverfde vlinder, een kleurrijk abstract schilderij, een stenen mensenhoofd verwerkt in een deel van een boomstam en een geboetseerde torso zijn slechts enkele voorbeelden.

Het is duidelijk, de cliënten van dagbesteding en talentencentrum De Wurkwinkel in Sneek hebben veel in hun mars. Om tot een dergelijke topprestatie te komen is rust belangrijk. Rust in de zin van rustig aan en tijd gunnen maar ook rust in de meer letterlijke zin van geen activiteiten tussen twaalf en half twee ’s middags. Dan is het siësta. Noodzakelijk omdat er anders te veel prikkels zijn. Alle cliënten van De Wurkwinkel hebben hersenletsel ten gevolge van een ziekte of ongeval en hebben daardoor in de meeste gevallen te kampen met lichamelijke beperkingen. 

Zich waardevol voelen

Nora de Loyer, begeleider A bij De Wurkwinkel: “Door dagbesteding hebben de mensen weer een zinvolle besteding van de dag, voelen ze zich waardevol en gewaardeerd; ze vermaken zich, hebben sociale contacten en hebben een goed gevoel over dat wat ze doen en over wat ze gemaakt hebben. Mensen kunnen bij ons iets voor zichzelf maken of iets voor de winkel maken wat verkocht wordt en we hebben ook aangepast werk. Sommige mensen willen namelijk écht werken. Daarbij moet je denken aan bakken vullen voor winkels, zoals onderdelen en materialen die uitgeteld moeten worden, kasten in elkaar schroeven, cadeaubonnen die mooi worden ingepakt. Maar we krijgen ook dozen met puzzels. Cliënten zetten dan de puzzels in elkaar om te kijken alle stukjes er wel zijn. Dan doe je dat echt voor iemand anders en daar krijg je een waardevol gevoel van.”

Breien met één hand

Structuur is voor sommige mensen ook een drijfveer om dagbesteding te volgen bij het talentencentrum. Hiltje Mulder, begeleider C en daarmee niet alleen groepsbegeleider, maar ook contactpersoon: “Er wordt gekeken naar wat het doel is van de cliënt en waar hij of zij voldoening uit haalt. De ene haalt dat uit figuurzagen en de ander heeft moeite met praten en met deze cliënten hebben we dan een hele morgen ‘taalfit’. Met mensen onderhouden we hun kennis en doen we hersenkrakers in een quiz- of spelvorm.” 

Sport en spel is een belangrijk onderdeel van de week. Elk dagdeel komt dit aan bod. Dit heeft alles te maken met vitaliteit. Verder is er een koor en wordt er gekookt. Mulder: “Wij kopen de ingrediënten, maar het bereiden doen we in een groep. Als iemand iets niet kan, dan schuiven we het door naar de volgende. We gaan hier uit van de mogelijkheden, niet van de onmogelijkheden.” Mulder noemt het voorbeeld van een vrouw die graag weer wilde leren breien, maar een aandoening aan haar rechterkant had. “Breien is lastig als maar één kant het doet. Een collega heeft in een kleine bankschroef aan tafel een breipen geklemd en zo kon ze insteken en de draad omslaan. En zo heeft ze een sjaal gebreid me één hand. Niet een hele grote, maar toch.”

Op tempo van de cliënt

24 mei jongstleden was er een open dag met veel bezoekers, ook veel familieleden en vrienden. Unaniem werd de kwaliteit van de diverse objecten geprezen. Mulder: “We zijn trots op wat we hier als team doen, maar ook trots op wat de mensen maken. Wat heel belangrijk is om te noemen, is dat we geen productiewerk ‘op tijd’ doen. Mensen met een niet-aangeboren hersenletsel hebben snel last van druk van buiten. Het moet op het tempo van de cliënt.” Het groepsgevoel is daarbij ook belangrijk, want waar nodig helpen de cliënten elkaar. De Loyer: “Op de barbecue kwamen tachtig van de 105 cliënten. Het gros kwam er voor terug. Dat wil wel wat zeggen.” 

Tekst en foto’s: Richard de Jonge