Taxicentrale van der Bles uit Makkum: “Altiten kwaliteit leverje”

In bedrijf
Foto: Sjirk Wijbenga
Foto: Sjirk Wijbenga

MAKKUM - Veertig jaar geleden, op 28 februari 1981, verspreidde de Makkumer Taxicentrale Van der Bles haar eerste flyer in Makkum en omstreken. Samen met eigenaar René van der Bles en zijn vrouw Ineke halen we wat oude herinneringen op en kijken terug hoe het allemaal is ontstaan.

In 1967 streek het gezin Van der Bles met vier zonen in Makkum neer. Vader Leo werkte in de wegenbouw. Het gezin was gewend om in salonwagens met het werk van vader mee te reizen. “Wij wisten net better,” zegt René, “It wie foar ús hiel gewoan.” Volgens hem zijn ze in die tijd minimaal 25 keer verhuisd in Nederland. De salonwagens werden in Makkum geparkeerd op de Gedempte Putten. Aanvankelijk dachten veel Makkumers dat het een zigeunerkamp was en de familie werd al snel dusdanig betiteld.

Het gezin was katholiek. Meester Vorstenveld, hoofd van de Openbare school, woonde eveneens op de Gedempte Putten. Hij kreeg het voor elkaar dat de vier kinderen van de familie de eerste weken bij hem op school kwamen. Dat kwam goed uit voor de jaartelling van de leerlingen. Daarna konden ze wel naar de Katholieke school.

Kinderen in opstand

Nadat de werkzaamheden aan de weg Zurich-Bolsward waren opgeleverd was het weer tijd om te verhuizen. Maar de kinderen kwamen hier tegen in opstand. René: “Wy woenen hjir bliuwe. We hienen it wol nei de sin. Lokkich hat ús heit doe oar wurk fine kinnen.”

Toen vader Leo in 1981 het taxibedrijf startte op de Turfmarkt was René 17. Hij had toekomstplannen om boer te worden. Na het behalen van zijn rijbewijs werd hij meteen ingezet als chauffeur in het bedrijf. Het bedrijf groeide snel en het werd steeds drukker. Zo druk dat René ook op zaterdagavond moest werken. “Ik hie sneontejûns molken by de boer. Dan kaam ik thús, ite, dûse en dan wienen myn trije broers allang “geflogen.” Dus moast ik wer op ‘e taksy en sneintemoarns betiid wer melke.”

René weet nog de eerste klanten die hij in het taxibusje vervoerde: Femme Bootsma, Gooitzen Bosma, Pier Elgersma en Sake Koornstra. “At is buske noch ûnderweis wie koenen de klanten eefkes wachtsje by ús op ‘e gong. Dat wie de wachtkeamer. Ze krigen dan kofje of in kûmke sop fan ús mem.” Toen hij verkering kreeg met Ineke Attema werd het haar vader te veel en zette René de eerste keer hardhandig buiten de deur. “Ik hoech gjin sigeuners oer de flier,” was hij van mening. Maar het tij keerde gelukkig snel ten goede.

Samenwerking

Ineke nam in de weekenden ook taxiritten voor haar rekening en bemande waar nodig was de centrale. Inmiddels verzorgt zij de administratieve kant van het bedrijf. Het bedrijf groeide nog steeds en in 1991 werd de nieuwe centrale aan de Suderseewei in gebruik genomen.

De komst van de Europese aanbesteding heeft in de afgelopen jaren veel veranderd in de taxi branche. “It giet hjir allinne mar om de priis,” zegt René, “In protte taxybedriuwen binne al omfallen omdat se alles op alles setten om de ritten te krijen. De priis wie somtiden sa leech dat we besletten om bepaalde opdrachten net te dwaan. Foar ús stiet de bedriuwsfisy noch altiten foarop: ‘Altiten kwaliteit leverje’ .”

De coronatijd hakt er flink in. Het aantal ritten per dag halveerde. Contracten van acht chauffeurs konden niet worden verlengd. René en Ineke hopen van harte dat ze na de corona de chauffeurs met wie ze niet door konden straks weer in dienst kunnen nemen.

Of één van hun kinderen het bedrijf later zal overnemen is nog maar de vraag. “We hoopje it wol fansels mar we ferplichtsje it net. We ha beide nocht oan ús wurk en binne seker noch net fan doel om op te hâlden.”

Door: Sjirk Wijbenga