Vader en zoon Sjoerd en Yme Schrichte delen hobby radiografisch vliegen

grootsneek
Afbeelding

Het begon toen Sjoerd Schrichte, nu 55, als jongetje door een speelgoedboekje van Haweko in Sneek zijn zinnen had gezet op een modelvliegtuig. Sjoerd maakte ook zijn vader enthousiast en al snel deelden ze de hobby. Het modelvliegen zit in de genen blijkbaar want ook Sjoerds zoon Yme (17) is behept met het vliegvirus. Yme is vorig jaar zelfs kampioen van Nederland geworden. Hij blijkt een waterval met veel technische kennis als we op audiëntie gaan bij de twee enthousiastelingen. 

Vader Sjoerd en zoon Yme Schrichte vliegen met een BJ Craft van Chinese makelij, elk met een eigen type. Maar je hebt de wereld aan leveranciers. De ‘kisten’ worden zo goed als compleet geleverd, alleen de besturing moet er nog in. Naast kant-en-klaar kun je ook kiezen voor zelfbouw. In dat geval koop je een tekening en maak je van balsahout, carbon voor de verstevigingen, en epoxy je eigen vliegtuig. Helemaal zelf bouwen kost ongeveer de helft aan geld; nadeel is wel dat je zomaar een half jaar tot een jaar aan het bouwen bent. 

Het is nooit genoeg

“Met een tekenprogramma als autocad en een 2D freesmachine zou je ook prima zelf een vliegtuig kunnen bouwen, maar dat laat ik liever aan anderen over”, begint Sjoerd Schrichte. Mijn vader was een bouwer, maar wat hij bouwde, maakte ik kapot”, lacht hij. Sjoerds zoon Yme is wél weer een bouwer. “Dat komt omdat het nooit genoeg is. Je wilt steeds weer wat nieuws en dus moeten er aanpassingen komen”, zegt Yme. Hij vertelt: “Je hebt ook indoorvliegen. Dan vlieg je in een sporthal. Dat heet F3P. Dat zijn vliegtuigen van negentig bij negentig centimeter. Licht in gewicht. Daar kun je zelfs mee in de woonkamer vliegen. Totaal iets anders dan we buiten doen. Ze wegen ook maar vijftig gram en je vliegt er heel langzaam mee” Lachend: “Dan moet iemand niet de deur open doen, want dat ligt ie op de grond.” 

Van een zolderkamer in Sneek naar vliegbasis Leeuwarden

Sjoerd Schrichte begon al vroeg met het radiografisch vliegen. Toen nog met brandstofmotortjes. Het indraaien gebeurde op de zolderkamer boven de winkel Jolly aan het Grootzand in Sneek waar zijn ouders eigenaar van waren. “Ik denk dat ik twaalf jaar was. Van mijn verjaardaggeld kochten we een Graupner model Taxi. Dan koop je een bouwpakket en een tekening en plak je dat zelf in elkaar. Dat was één, maar er moest ook een besturing in. En toen werd mijn vader ook een beetje gek, want die vond het ook wel mooi allemaal.” 

Bouwen is één, vliegen een tweede. “Mijn pake en beppe woonden in Drachten. Daar had je ook de airstrip, van Philips. Daar zat een modelvliegclub. Met die mensen raakten we aan de praat en die zetten ons op het spoor van een modelbouwwinkel in Tietjerk en daar kochten we de besturing. Daarna hebben we heel lang in Drachten gevlogen en daarna in Langweer, bij de pont.” Langweer werd verruild voor Sneek en later voor Heerenveen omdat hij wedstrijden ging vliegen en je daarvoor een redelijk strak grasveld nodig hebt. Dat was in 1986. Intussen vliegt Sjoerd al weer dertig jaar in Leeuwarden, op de vliegbasis. 

Jury beoordeelt vliegfiguren

In september 2021 werd Yme Schrichte Nederlands kampioen F3A-B. Huh? Dat behoeft enige uitleg. F staat voor radiografisch bestuurd, de 3 staat voor motor-aangedreven en de A voor precisiekunstvlucht. Wedstrijden dus. Ter verduidelijking pakt Yme er een A-viertje bij met daarop achttien figuren. Al snel vliegen termen als kwartjes, roll, snap, spinn, meskant en keerfiguren over tafel. 

“Deze figuren moet je met je vliegtuig zo goed mogelijk proberen te vliegen”, legt Yme uit. “Dat moet allemaal erg precies want er zitten minimaal drie juryleden achter je die kijken hoe goed je dat figuur maakt. De radius moet overal hetzelfde zijn, je hebt met wind te maken en zo, dat maakt het extra lastig, maar ook erg leuk om te doen. De jury geeft cijfers van nul tot tien. Omdat het ene figuur moeilijker is dan het andere hebben de figuren gradaties. Als je vijf punten scoort op een figuur met factor vijf, heb je vijfentwintig punten. De cijfers worden in een kastje weergegeven. Als je landt weet je hoe je hebt gescoord.” 

Maanden aan het trimmen

Anders dan met een drone wordt er bij modelvliegtuigen op het oog gevlogen. Yme: “We vliegen in een box van zestig graden met een diepte van 150 meter. Als je daarbuiten komt, krijg je aftrek. Door de wind moet je je kist aanhoudend corrigeren. Daarnaast is het de bedoeling dat als je zo’n figuur vliegt, je de snelheid naar boven en naar beneden hetzelfde houdt. Dus je bent heel erg bezig met het vermogen van de kist. Als je een figuur vliegt en je maakt een roll, dan moet het ook echt een roll zijn, met een constante snelheid. Alles moet een vloeiende beweging zijn. 

Een vliegtuig ben je voortdurend aan het trimmen. Net als een zeilboot. Groot nadeel is dat je met een vliegtuig de derde dimensie er bij hebt. Ook met een vliegtuig heb je namelijk te maken met het schroefeffect. Om het schroefeffect van de propeller teniet te doen, zetten we de motor er ietsje scheef in. Een vliegtuig balanceert op een bepaald gebied van de vleugels. Als dat niet goed is, heb je nauwelijks controle. En zo ben je dagen, weken, maanden aan het trimmen. Elke vlucht weer en dat maakt het juist zo aantrekkelijk. Daar zit de uitdaging.” 

Duo-sport 

Vliegen op dit niveau is een duo-sport. Naast de piloot staat altijd iemand die aanwijzingen geeft. “Dat is ook een leuke bijkomstigheid natuurlijk”, vindt Sjoerd. “Bij wedstrijden zijn we elkaars coach. Dat deed ik vroeger met mijn vader. Die had oog voor symmetrie.” Schrichte senior laat een piepklein voorwerp zien. “Dit is een Android computer met gps. Die zit in onze kisten. En ook in de Formule 1; Red Bull gebruikt hem ook”, zegt hij zonder met zijn ogen te knipperen. Nou ja zeg. “Hij meet hoogte, snelheid en G-krachten. Dat kon nooit in een F1 auto, nu dus wel.” Het computertje slaat alles op zodat een vlucht helemaal terug kan worden gehaald. 

Kamer vol modelvliegtuigen

Vergis je niet, de modelvliegtuigen van vader en zoon Schrichte zijn twee bij twee meter. Om die te vervoeren heb je een flinke auto nodig, of in het geval van de twee, een aanhanger. In de klasse waarin de twee vliegen mag het vliegtuig niet zwaarder zijn dan vijf kilo met een marge van één procent. Het lijkt een onuitputtelijke bron, elke keer als er van onderwerp wordt veranderd, komt Yme aan met een ander vliegtuig. Al snel staat de kamer vol. Trots laat hij een jet zien. Van piepschuim, 2,9 kilo zwaar, lampjes, intrekbaar landingsgestel, je kunt het zo gek niet bedenken. 

Senior: “Je hebt geen idee wat er allemaal te koop is. Een heel verschil met ruim veertig jaar geleden, toen ik hiermee begon. De eerste keer vliegen in de sporthal was met een kist van een halve kilo. Konden we alleen maar heen en weer. Nu vliegen we figuren.” Sjoerd en Yme vliegen met elektro-aangedreven vliegtuigen. Maar er wordt ook gevlogen met turbinemotoren. 

Vliegbrevet nodig

Voor het modelvliegen heb je een brevet nodig. En vliegen met dit brevet mag alleen op een aangewezen modelvliegveld. Ga je daarbuiten dan heb je een dronebewijs nodig. Zoals gezegd wordt er door Sjoerd en Yme Schrichte gevlogen op de vliegbasis Leeuwarden, bij de LLC, de Leeuwarder Luchtvaart Club Aeria. In verband met de veiligheid zal het niemand verbazen dat het er daar iets minder vrijblijvend aan toegaat. 

Sjoerd Schrichte: “Als we daar aankomen, moeten we ons melden bij de toren en bij de hoofdwacht. En vragen we om toestemming. We vliegen vaak in het weekend of na vijf uur ’s middags. Dan is de vliegbasis gesloten. Als er onverhoeds een F35 of de traumahelikopter de lucht in moet, dan landen we.”  Schrichte senior noemt de vliegbasis Leeuwarden één van de mooiste vlieglocaties van ons land. “Prachtig, veel ruimte en beton in plaats van gras. Eén nadeel: dat beton is nogal hard.” 

Total loss

Een lachsalvo valt hem ten deel, want nog niet zo lang geleden crashte zijn toestel. “Als je bij ons crasht, is dat vaak niet een stuurfout, maar is het een technisch probleem”, schiet Yme te hulp. “Dat was ook bij mijn vader het geval.” Hoe dan ook, het was een total loss. Sjoerd: “Het is niet alleen de kist die je kapot vliegt. Het is ook het seizoen dat verloren is. En de manier van leven. Want het modelvliegen is voor mij ook een manier van leven. Dat breekt dan af. Natuurlijk, er zijn veel ergere dingen, maar toch wel eventjes erg balen.”

Tekst en beeld: Richard de Jonge